drie fasen van levenmaking
20-08-2015 - Geplaatst door Andre PietVRAAG:
Een vraag n.a.v. 1Kor. 15. Daar gaat het over levendmakingen op 3 verschillende tijdstippen. Christus, zij die in Christus zijn en het einde. Zij die in Christus zijn, worden aan het begin van de komende aioon tot leven gewekt. Vervolgens lees je in Openbaring 20 over het “witte troon” oordeel. U schreef in uw studie over de tweede dood, dat er mensen zullen zijn die in het boek des levens staan. Zij worden dus op dat moment opgewekt ten leven – maar dat levert vier fasen van levenmakingen op. Dat begrijp ik niet.
ANTWOORD:
De levendmaking van allen die in Adam sterven, vindt volgens Paulus (1) plaats in drie rangorden:
1. de Eersteling Christus;
2. daarna die van Christus zijn in zijn parousia;
3. daarna het einde.
Let op, levendmaking betekent: opstaan tot onsterfelijk en onvergankelijk leven. Tot dusver is alleen Christus levendgemaakt.
Tussen de Eersteling en het eerste “daarna” zit inmiddels al 2000 jaar. In Christus’ parousia worden allen opgewekt die “van Christus zijn”. Bedenk daarbij dat “parousia” niet slechts één moment is. Het woord betekent niet ‘aankomst’ maar letterlijk ‘aanwezigheid’, presentie. De parousia van Christus is een periode waarin een reeks van levendmakingen zal plaatsvinden van al degenen die van Christus zijn. In de eerste plaats een levendmaking ten tijde van ‘de wegrukking’ (2). Later ook de levendmaking van de martelaren tijdens de grote verdrukking (3). In die periode zal ook de levendmaking plaatsvinden van rechtvaardigen, zoals Abraham, Izaäk en Jakob, en van mensen als Daniël (4).
Na de duizend jaren vindt de opstanding plaats van “de overige doden” (5). Opmerkelijk genoeg heten degenen die bij deze gelegenheid opstaan, nog steeds “doden” (6). De reden daarvoor is, dat zij nog steeds (of: opnieuw) vergankelijke stervelingen zijn. Dat blijkt ook wel: degenen van wie de naam niet staat in het boek des levens, worden geworpen in het meer van vuur, “dat is de tweede dood” (7). De wijze waarop Openbaring 20:15 is geformuleerd, suggereert echter dat er ook mensen staan, van wie de naam nog wél in het boek des levens staat (d.w.z. hun naam is daar niet uitgewist; (8)). Zij zullen in een vergankelijk lichaam de nieuwe aarde beërven. Vanwege de toegang tot het geboomte des levens, zullen zij daarom genezing en leven behoeven (9).
Heel de laatste aeon staat in het teken van de laatst overgebleven vijand die teniet gedaan zal worden: de dood. Enerzijds zijn daar de volken die nog genezing behoeven van het geboomte des levens. Anderzijds is daar de categorie van mensen die zich bevindt in “de tweede dood” en aan wie de heerlijkheid van de laatste aeon voorbij gaat. Beide categorieën mensen zijn nog niet levendgemaakt zoals Christus de Eersteling, d.w.z. levendgemaakt in onvergankelijkheid, heerlijkheid en kracht (10). De finishing touch van Christus’ heerschappij bestaat daaruit dat Hij de dood teniet zal doen, hetgeen betekent dat alle nog resterende mensen (wellicht miljarden!) het onvergankelijke, heerlijke leven van Christus zullen ontvangen. Welnu, als uiteindelijk allen zijn levendgemaakt, dan is de dood teniet gedaan. Christus’ missie zal 100% succesvol zijn voltooid. Want allen die in Adam ooit stervelingen waren, zijn dan in Hem levendgemaakt. Niet één mens uitgezonderd! Na dit moment supreme, zal Hij de kroon overdragen aan Hem, van wie Hij deze ooit ontvangen had.
Dan zal God worden “alles in allen”.
voetnoten:
(1) 1Kor.15:22-28
(2) 1Thes. 4:13-18
(3) Openb.20:4
(4) Luc.13:28; Dan.12:2, 12,13
(5) Openb.20:5
(6) Openb.20:12
(7) Openb.20:15
(8) Ps. 69:28
(9) Openb.22:2
(10) 1Kor.15:42-44