epi-synagoge
09-04-2014 - Geplaatst door Andre PietIn de eerdere blog over Hebr.10:25 ging het over “de onderlinge bijeenkomst” en de gewoonte van sommigen deze te verzaken. Wat bleef liggen was dat de schrijver een bijzonder woord gebruikt voor ‘bijeenkomst’. In het Grieks staat er: epi-sunagoge (zie ook 2Thes.2:1), afgeleid van het werkwoord (epi-sunago) dat ‘bijeenvergaderen’ betekent (b.v. Mat.23:37). Zonder het voorzetsel epi (=op) komt het woord sunagoge 56x voor in het NT en kan consequent weergegeven worden met synagoge. Sommigen aarzelen bij Jak.2:2 omdat men moeite heeft met het gegeven dat Jakobus zijn brief adresseert “aan de twaalf stammen” (Jak.1:1).
De schrijver van de Hebreeën-brief heeft het in 10:25 dus niet over de synagoge maar over de epi-sunagoge. Dat verschil is niet zonder betekenis. De brief is gericht aan Hebreeën die gewoon waren elkaar te ontmoeten in de synagoge en in de tempel. In hoofdstuk 10 wijst de auteur hen op een aanstaand gericht (“de Here zal Zijn volk oordelen”; 10:30). Dat zou een regelrecht drama zijn (“een vreselijk uitzicht op het oordeel en de felheid van een vuur”; 10:27). De schrijver doelt daarbij op de verbranding en de verwoesting van Jeruzalem en de tempel in het jaar 70 AD. Velen van de Jezus-als-Messias-belijdende Joden dreigden onder druk van hun volksgenoten, Jezus nu af te zweren (10:29; 6:4-8). De gelovige Hebreeën worden opgeroepen om “de legerplaats”, d.w.z. het godsdienstige Jeruzalem dat Jezus had gekruisigd, te verlaten (13:13). De gelovige Hebreeën kwamen wel samen, maar buiten het gevestigde systeem. Niet (langer) in de synagoge maar in hun “onderlinge bijeenkomst”. Vandaar epi-sunagoge.
Laten wij derhalve tot Hem uitgaan buiten de legerplaats en zijn smaad dragen. (…) 15 Laten wij dan door Hem Gode voortdurend een lofoffer brengen, namelijk de vrucht onzer lippen, die zijn naam belijden.
-Hebreeën 13:13-