mannelijk en vrouwelijk
11-09-2015 - Geplaatst door Andre PietDit is de samenvatting van een studie, gehouden op 11 oktober 2006 in Rijnsburg.
wat betekent mannelijk en vrouwelijk?
Er wordt wat over de rol van man en vrouw gesproken en gediscussieerd! Wat mag de één, dan wel wat moet de ander? Het is maar slechts zelden dat men zich de vraag stelt wat mannelijk en vrouwelijk nu eigenlijk is. Waar staan de beide sexen voor? Waar is het een uitbeelding van? Een evolutionist zal zich per definitie nooit zulke vragen stellen, omdat hij er van uitgaat het produkt van toeval te zijn. Dus onbedoeld… en daarmee zinloos.
twee oerdriften
Ver voor Freud wist men al dat elk levend organisme beheerst wordt door twee oerdriften. Overlevingsdrift en voortplantingdrift. Bij nader inzien is ook de voortplantingsdrift een variant van de overlevingsdrift. De enige mannier immers om te overleven (op termijn) is door zich voort te planten. Voor zover we na onze dood voortleven, dan is dat in ons nageslacht. Het overlevingsmechanisme in de levende natuur (de flora incluis) is niet anders dan een poging de dood te overwinnen.
de man is Beelddrager
In Genesis 1:27 staat letterlijk:
En God schiep de mens naar zijn Beeld; naar Gods Beeld schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen.
Het gaat er hier niet om (in hfst. 2 wel) dat God een koppel schiep dat bij elkaar hoort (“man en vrouw schiep Hij hen”), maar het gaat juist om het sexeverschil aan te geven. Let er op dat er staat: :”naar Gods Beeld schiep Hij hem” en niet hen. Later zou Paulus schrijven: “Want een man (…) heeft het beeld en de heerlijkheid Gods, maar de vrouw is de heerlijkheid van de man” (1Kor.11:7).
de man is Beelddrager
De man is niet het Beeld van God, maar hij is naar het Beeld van God geschapen. Het “Beeld Gods” is Hij die als “de Gestalte Gods”, “de onzienlijke God” zichtbaar maakt. Hem die we later in de Schrift leren kennen als onze Here Jezus Christus. Kol.1:15
grondwoorden
mannelijk | vrouwelijk | |
Hebreeuws | zachar (2145) > gedenken, gedenkteken (Jes.57:8) en vandaar: een monument. |
nekebach (5347) > doorboren, penetreren (vergl. ons woord ‘schede’ dat afgeleid is van de holte waarin het zwaard wordt gestoken) |
Grieks | arsen (730) > van ‘airo’ (142) dat ‘omhoog komen’, ‘oprichten’ betekent. (vergl. ons woord ‘erectie’ dat staan of opstaan betekent) |
thelus (2338) > van ’tepel’. Verwijst uiteraard naar de moederborst. |
het mannelijk geslacht als monument
In het Hebreeuwse denken is het mannelijk geslacht(sdeel) een monument, een gedenkteken. Dat werd het wel zeer nadrukkelijk toen aan Abraham de belofte werd gedaan dat hij zeer vruchtbaar zou zijn en dat in zijn zaad alle geslachten van de aardbodem gezegend zouden worden. Immers, als teken van deze belofte gaf God aan Abrahams geslacht (…) de besnijdenis. Met recht: een lid-teken. Gen.17:11
besnijdenis symboliseert vruchtbaarheid
Bij de besnijdenis wordt de voorhuid weggesneden, zodat de vrucht (zie onder) zichtbaar wordt gemaakt. De besnijdenis is een embleem van vruchtbaarheid en nieuw leven en maakt van het mannelijk geslacht des te nadrukkelijkelijker een monument. Gen.17:6
besnijdenis op de achtste dag
De besnijdenis vindt (normaal gesproken) plaats op de achtste dag. Zoals de zeven in de Schrift staat voor ‘volheid’, zo staat de acht voor ‘overvloed’. Ook voor een nieuw begin na de zeven-cyclus. De Here Jezus stond op, “daags na de sabbat”, d.w.z. na de zevende dag en dus op de achtste dag. Gen.17:12
opstanding aan den lijve ervaren
Abrahams lichaam was, zo zegt de Schrift, “verstorven”. In onze taal: impotent, d.w.z. niet in staat om het geslacht in stand te houden. Maar Abraham geloofde in de God “die de doden levend maakt” en hij heeft op honderdjarige leeftijd, de opstanding aan den lijve gezien en ervaren. Rom.4:17-21
eed en eik
In Ps.105:42 lezen we dat God gedacht (zachar > mannelijk) aan Zijn heilig woord aan Abraham, Zijn knecht. “Zijn heilig woord” is niet anders dan de eed die Hij aan Abraham had gezworen. Het woord voor ‘eed’ is ‘alah’ (423) en is direct verwant aan het woord voor ‘eik’ of ’terebint’ (‘elon’, 424)…
enkele Schriftplaatsen waar melding gemaakt wordt van eiken…
En Abram trok het land door tot de plek bij Sichem, tot de terebintMore; en de Kanaanieten waren toen in het land.
Genesis 12:6
… Gilgal bij de terebinten van More
Deuteronomium 11:30
Daarna sloeg Abram zijn tenten op en ging wonen bij de terebintenvan Mamre bij Hebron, en hij bouwde daar een altaar voor de HERE.
Genesis 13:18
Toen Debora, de voedster van Rebekka, gestorven was, werd zij begraven beneden Betel, onder een eik…
Genesis 35:8
En Jozua schreef deze woorden in het wetboek Gods; en hij nam een groten steen, en hij richtte dien daar op onder den eik, die bij het heiligdom des HEEREN was.
Jozua 24:26 (SV)
eik en eikel – de aartsvaders en eikebomen
God had aan Abraham Zijn belofte gedaan (een eed) en telkens weer speelt de eik een belangrijke rol in het leven van de aartsvaders. Ze gingen wonen bij een eik. Bijvoorbeeld de eik More bij Gilgal, waar het volk Israël later na de doortocht door de Jordaan (!) besneden zou worden. Ze begroeven hun doden onder een eik, ze bouwden een altaar bij een eik, het heiligdom werd bij een eik opgesteld. etc. etc. Altijd weer herinnerde de eik hen aan de eed die God gezworen had. In Jesaja 61:3 wordt gesproken van “eikebomen der gerechtigheid‘. Logisch, want de eik spreekt van de God die recht doet aan Zijn heilig woord.
Als de eik het embleem is van de eed die God zwoer, dan weten we ook waarom God als teken van Zijn belofte, de vrucht van de eik (de eikel), zichtbaar liet maken.
de vrouw man-waarts
Het Hebreeuwse woord voor ‘man’ is ‘iesj’ en voor ‘vrouw’ is het ‘iesjah’. Heel letterlijk vertaald: ‘mannin’ (= een vrouwelijke man). Vergelijk het met onze vrouwelijke woorden boerin, herderin, meesteres, etc. De toevoeging van de letter ‘hé’ aan het einde van het woord geeft doorgaans richting aan. ‘Huis’ is ‘beit’ en ‘huiswaarts’ is ‘beitah’. Aarde is ‘arets’ en ’ter aarde’ is ‘aretsah’. Punt is echter dat de vrouwelijke hé-uitgang fundamenteel eveneens een directional hé is. Een vrouw (iesjah) is van nature man-waarts, d.w.z. gericht op de man.
parallellen op een rijtje
man – vrouw | Schepper – schepping |
vrouw is uit de man 1Kor.11:8 |
schepping is uit de Schepper |
vrouw is geschapen om de man 1Kor.11:9 |
schepping is geschapen om de Schepper |
de vrouw is ondergeschikt aan de man 1Tim.2:12 |
de schepping is ondergeschikt aan de Schepper |
de man is verantwoordelijk voor de vrouw Ef.5:28 |
de Schepper is verantwoordelijk voor de schepping |
de man verwekt | de Schepper verwekt 1Petr.1:23 |
de vrouw wordt zwanger | de schepping is ‘in blijde verwachting’ en in “barensnood” Rom.8:22 |
de zwangere vrouw wacht op de verlossing | de schepping die ‘in verwachting’ is, wacht op de verlossing Rom.8:23 |
wekken, verwekken en opwekken
Verwekken, wekken en opwekken zijn in de taal van de Schrift één woord. Verwekken is daarmee taalkundig direct gelinkt aan de overwinning op de dood. Gewekt worden uit de slaap trouwens eveneens. Vandaar dat een haan, die de nieuwe dag aankondigt, van ouds geldt als symbool voor het Evangelie. De haan op de kerktoren roept a.h.w. “ontwaakt gij die slaapt en staat op uit de doden…”. Ef.5:14
de Man vervangen
In Romeinen 1 betoogt Paulus dat iedereen kan weten dat er een Schepper is. Want een schepping veronderstelt een Schepper. Punt. Vervolgens stelt Paulus ondubbelzinnig dat een maatschappij waar men God (niet: Godin!) VERVANGT door het schepsel, dat ook de man als beelddrager van God, VERVANGEN zal worden:
1. de vrouwen zullen de man vervangen voor de vrouw.
2. de mannen zullen het mannelijke loslaten, en ‘verwijfd’ worden.
Homosex is het eindresultaat van een afdwaling, waarbij de Man (>God) is weggeredeneerd.
Let op het dubbele “vervangen” in vers 25 en 26 én op het “daarom” aan het begin van vers 26.
Concordante(re) vertaling Romeinen 1:25-27:
25. Zij immers vervangende waarheid Gods inde leugen en vereerden en dienen het schepsel naast de Schepper, die te prijzen is tot in aionen. Amen. 26. Daarom geeft God hen over aan schandelijke lusten, want hun vrouwelijken vervangen het natuurlijke gebruik in het tegennatuurlijke. 27. Eveneens verlaten de mannelijken het natuurlijke gebruik van het vrouwelijke terwijl zij in wellust voor elkander zijn ontbrand, mannelijken in mannelijken schandelijkheid bedrijven, terwijl zij het bindende loon voor hun afdwaling in zichzelf ontvangen.
het vrouwelijke zal de man omvangen
In Jeremia 31 wordt geprofeteerd dat met Israël ooit een nieuw huwelijksverbond zal worden aangegaan. God zal iets nieuws scheppen op aarde: het vrouwelijke zal de man omvangen (vers 22). D.w.z. Israël zal als vrouw gemeenschap hebben met haar Man. In het Hebreeuws is kennen en gemeenschap hebben een identiek begrip.
De vrouw die de man omvangt is karakeristiek voor de normale verhouding tusen de beide geslachten. De man staat voor de inhoud, de vrouw voor de vorm.
staf en roede als mannelijke emblemen
Heerschappij uitoefenen is een typisch mannelijke functie. Ondanks anders luidende beweringen van de emancipatie-beweging. Emblemen van heerschappij zijn een scepter, “de staf tussen de voeten” (Genesis 49:10) of “de roede”. Deze termen roepen niet toevallig associaties op met het mannelijke geslacht. In Openbaring 12:5 lezen we: “En zij baarde een mannelijken zoon, die al de heidenen zou hoeden met een ijzerenroede…”. De zoon is mannelijk, omdat hij de roede hanteert.