chronologie (11): het doel van de zeventig jaarweken
15-01-2016 - Geplaatst door Andre PietEerder stelden we vast dat de zeventig weken in Daniël 9, verwijzen naar de Hebreeuwse tijdrekening in sabbatsjaren. Elk zevende jaar is voor een Hebreeër een sabbatsjaar waarin het land rust geniet. Na zeven van zulke sabbatsjaren volgde een extra vijftigste jubelbaar waarna een nieuwe cyclus van start gaat. Zeven jaarweken staan daarmee voor vijftig jaar en zeventig jaarweken dus voor tien keer vijftig, dat is vijfhonderd jaar.
Ook zagen we dat de zeventig weken aanvangen in het eerste jaar van Kores (2Kron.36:22), die bevel gaf Jeruzalem en de tempel te herbouwen (Jes.44:28). Daarop volgen zeven weken (= vijftig jaar) waarin de stad herbouwd zou worden, zoals vervuld in de dagen van Ezra en Nehemia. Na deze zeven jaarweken van Jeruzalems herbouw zouden nog eens tweeenzestig jaarweken volgen die uitkomen bij “Messias, vorst”. M.a.w. als de periode van de zeventig weken aanvangt in 3500 AH dan dient de Messias zich negen en zestig jaarweken later aan, dat is in 3992 AH. Waarna nog één jaarweek plus jubeljaar (dus in totaal acht jaar) volgen alvorens de termijn van zeventig jaarweken is vervuld. Dat is dan in 4000 AH.
één geheel
De vraag hoelang de zeventig weken duren is vergelijkbaar met de vraag ‘hoelang duurde de tachtigjarige oorlog?’ Beide vragen zijn overbodig omdat het antwoord reeds in de vraag ligt opgesloten. Sinds ongeveer anderhalve eeuw is de uitleg onder veel christenen populair waarin de zeventigste week volledig is losgekoppeld van de voorafgaande negenenzestig weken. De eerste negenenzestig weken liggen in het verleden, maar de zeventigste week zou pas in de toekomst aanvangen. Dat komt er op neer dat tussen de negenenzestigste en zeventigste week een gat zit van een veelvoud van zeventig weken! Dat is onlogisch en het strijdt met de tekst. Want zeventig weken duren… zeventig weken.
Het strijdt ook met wat in Daniël 9:24 wordt gezegd (letterlijk vertaald):
Zeventig weken is afgescheiden over uw volk en uw heilige stad…
Let op het enkelvoud. De periode van zeventig weken wordt expliciet als eenheid gepresenteerd. En dan geldt: “hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet”.
de doelstelling van de zeventig weken
In Daniël 9:24 wordt in zes zinnen de doelstelling van het afbakenen van de zeventig jaarweken geformuleerd.
Zeventig weken is afgescheiden
over uw volk en uw heilige stad,
(1) om toe te sluiten de overtreding,
en (2) om te beëindigen de zonde,
en (3) om te verzoenen verdorvenheid,
en (4) om te brengen gerechtigheid van aeonen,
en (5) om te verzegelen gezicht en profeet
en (6) om te zalven heiligheid van heiligheden.
Laten we deze doelstellingen eens nader bezien.
(1) om toe te sluiten de overtreding
Deze doelstelling sluit aan bij wat Hebreeën 9:15 zegt:
… daarom is Hij (=Christus) de middelaar
van een nieuw verbond,
opdat, nu Hij de dood had ondergaan,
tot verlossing van de overtredingen
onder het eerste verbond…
Christus kwam tot verlossing van de overtredingen en door zijn sterven en opstanding heeft Hij dit gerealiseerd. Waar de verlossing van de overtredingen een feit is, is de overtreding toegesloten en een afgesloten hoofdstuk.
(2) om te beëindigen de zonde
In hetzelfde Hebreeën 9 wordt ook het volgende opgemerkt:
16 … om door zijn offer de zonde weg te doen.
Het oogmerk van Christus’ offer is het wegdoen en daarmee het beëindigen van de zonde. Dat de complete realisering daarvan wacht tot “de voleinding der aeonen” mag waar zijn, maar “de jure” is dit ingezet toen Christus stierf en opstond.
(3) om te verzoenen verdorvenheid
De apostel Johannes die samen met Jakobus en Petrus was gezonden tot “de besnijdenis” (Gal.2:9), schrijft in 1Joh.2:2:
… Hij is een verzoening voor onze zonden
en niet alleen voor de onze,
maar ook voor de gehele wereld.
Christus bracht verzoening (lett. beschutting) tot stand door zijn bloed. Niet alleen voor de besnijdenis (=Israël) maar zelfs voor de hele wereld.
(4) om te brengen gerechtigheid van aeonen
In de dood en opstanding van Christus is “de gerechtigheid Gods geopenbaard” (Rom.3:21). God deed recht aan zijn belofte en vervulde zijn woord door de Zoon van David op te wekken uit de doden. Dit historische feit is de garantie dat gerechtigheid in de komende aeonen zal triomferen.
(5) om te verzegelen gezicht en profeet
Het Hebreeuwse woord voor ‘verzegelen’ dat hier gebruikt wordt, komen we in Daniël uitsluitend nog in hoofdstuk 12:4 (en 9) tegen. Daar lezen we:
Maar gij, Daniel, houd de woorden verborgen,
en VERZEGEL het boek tot de eindtijd;
velen zullen onderzoek doen,
en de kennis zal vermeerderen.
De zeventigste week van Daniël staat in contrast met wat er in de eindtijd zal plaats vinden. Dan zal “de bedekking over het oude verbond” worden weggenomen (2Kor.3:15,16). Een tijd van ont-dekking. Maar de zeventigste week waarin de Messias zich aandient, wordt daarentegen gekenmerkt door het verborgen houden van wat “er staat geschreven”. Het wordt ontoegankelijk gemaakt, zodat “uw (=Daniëls) volk en de heilige stad” het niet kan verstaan (zie ook Jes.8:15-17). Jesaja 29 voorzegt daarover:
10 Want de HERE heeft
een geest van diepe slaap over u uitgestort
en Hij heeft uw ogen, de profeten, toegesloten
en uw hoofden, de zieners, omhuld.
11 Zo werd het gezicht van dit alles voor u
als de woorden van een verzegeld boek,
dat men aan iemand geeft, die lezen kan,
terwijl men zegt: Lees dit eens;
maar hij antwoordt: Ik kan niet, want het is verzegeld.
(6) om te zalven heiligheid van heiligheden.
Het Hebreeuwse werkwoord voor ‘gezalfd’ is MASHIACH oftewel Messias (Gr. CHRISTOS). Van alles wat er heilig genoemd wordt, is Jezus Christus de overtreffende trap. Petrus zegt over Hem op het tempelplein in Jeruzalem (Hand.2:36):
Dus moet ook het ganse huis Israels
zeker weten, dat God Hem
en tot Here en tot Christus gemaakt heeft,
deze Jezus, die gij gekruisigd hebt…
God heeft Jezus tot Christus gemaakt – bij twee gelegenheden. Eerst bij de aanvang van zijn bediening toen Jezus gedoopt werd in de Jordaan en de heilige Geest in de gedaante van een duif op Hem neerdaalde. Petrus zegt elders (Hand.10:38) dat God Hem toen “met heilige Geest en met kracht heeft gezalfd“. Toen Jezus bij zijn doop opstond uit het water was dit een type van wat drie en half jaar later gebeurde: God overgoot Jezus met Geest (=Leven) zodat Hij verrees uit het graf – eens voor altijd.
De zes doelstellingen die worden geformuleerd in Daniël 9:24, zijn stuk voor stuk vervuld in het verleden. Ze werden gerealiseerd vanaf het moment dat de Messias aantrad en in de jaarweek daarna. Daarover een volgende keer meer.
Reageer op Facebook