wie is mijn naaste?
21-10-2014 - Geplaatst door Andre PietDe gelijkenis van de barmhartige Samaritaan (Lucas 10:25-37) behoort zonder twijfel tot de bekendste passages in de Bijbel. Het zou een aansporing zijn om onze medemens metterdaad lief te hebben. Wie zou daar bezwaar tegen kunnen maken? Maar is dat de strekking van deze gelijkenis?
Laten we eens de logische lijn van de tekst volgen. Er komt een wetgeleerde bij Jezus om Hem te verzoeken en deze stelt aan Hem de vraag: wat moet ik doen om het eeuw-ige leven te beërven. Waarna Jezus hem een wedervraag stelt: wat staat er in de wet geschreven? En de man antwoordt: God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf. En Jezus bevestigt dat antwoord. Maar omdat de wetgeleerde zichzelf wilde rechtvaardigen, hield hij aan met nóg een vraag: wie is mijn naaste? En dan antwoordt Jezus met een verhaal over een man die van Jeruzalem afdaalt naar Jericho en in de handen van rovers terechtkomt en die hem halfdood langs de kant van de weg laten liggen. Van een priester en een Leviet die eveneens afdaalden op die weg, moest de man het niet hebben. Maar ten slotte is het een Samaritaan die de man ziet en zich over hem ontfermt, hem verzorgt en op zijn kosten in een herberg brengt.
En dan krijgt de geschiedenis een merkwaardige wending. Want Jezus besluit dan niet met: wie was de naaste van deze Samaritaan? Nee, hij vraagt:
Wie is de naaste geworden van de man, die in handen van de rovers was gevallen?
Let op, de eerdere vraag was: wie is mijn naaste die ik moet liefhebben? En nu mag de wetgeleerde zelf het antwoord geven:
Die hem barmhartigheid bewezen heeft.
Deze wetgeleerde wilde zichzelf rechtvaardigen. Hij had wellicht gedacht het eeuw-ige leven te kunnen beërven door zelf barmhartigheid te betrachten. Maar door de vraag om te keren, maakte Jezus duidelijk dat deze wetgeleerde als de man was die halfdood langs de kant van de weg lag. En volkomen aangewezen op de Naaste die hem barmhartigheid zou bewijzen. Dat is de verrassing van deze gelijkenis! Jezus besluit met: ga heen, en doe gij evenzo. D.w.z. heb deze Naaste lief en beërf het eeuw-ige leven.
Reageer op Facebook