GoedBericht.nl logo
English Blog

waterdoop is Israëlitisch erfgoed

07-08-2025 - Geplaatst door Andre Piet

In Hebreeën 6:1-2 worden enkele fundamentele leerstukken opgesomd die behoren tot “het begin van het woord van Christus”, gericht aan het volk Israël. Eén daarvan is: “een leer van dopen” – meervoud. De Hebreeën waren vanouds vertrouwd met allerlei rituele wassingen waarbij men zichzelf reinigde volgens de wet. Het bijzondere van de doop van Johannes was dat een ander hen doopte. Maar ook deze doop was uitdrukkelijk bedoeld voor Israël. Johannes zelf zegt:

En zelf wist ik niet van Hem, maar opdat Hij aan Israël zou geopenbaard worden, daarom kwam ik dopen met water.
-Johannes 1:31-

Waterdoop is een typisch Israëlitisch fenomeen. Aan het volk Israël waren de verbonden toevertrouwd, de wetheving, de eredienst inclusief de rituelen:

Hunner is het zoonschap en de heerlijkheid en de verbonden en de wetgeving en de eredienst…
-Romeinen 9:4-

De doop van Johannes had als doel het volk Israël voor te bereiden op de komst van de Messias en zijn koninkrijk. Bekering en waterreiniging waren de zichtbare tekenen daarvan.

wat dan met heidenen?

Tegen de vaststelling dat waterdoop een Israëlitisch fenomeen is, wordt vaak ingebracht dat ook heidenen in het boek Handelingen werden gedoopt. Voorbeelden die dan genoemd worden zijn Cornelius (Hand. 10), Lydia (Hand. 16) en de stokbewaarder in Filippi (Hand. 16). Dat zou volgens sommigen weerspreken dat de waterdoop exclusief bij Israël hoort.

Maar dan vergeet men dat al deze heidenen zonder uitzondering door Israëlieten werden gedoopt. Petrus was een apostel van de besnijdenis, Paulus een Hebreeër uit de Hebreeën. Geen van deze dopen vond plaats los van Israël – ze werden altijd bediend via Joodse handen. De waterdoop kwam ook in deze gevallen niet tot de natiën als zelfstandig ritueel, maar had alles te maken met Israël en haar erkenning van Gods werk onder de volken. Het blijft een ritueel dat bedient wordt via Israël.

Bovendien: niet de heidenen hadden dit ritueel nodig, maar Israël moest weten dat het heil ook tot de natiën was gekomen. Toen de heilige Geest op het huis van Cornelius viel, zei Petrus:

Kan ook iemand het water weren, dat dezen niet gedoopt zouden worden, die de heilige Geest ontvangen hebben evenals wij? En hij beval hen te dopen in de naam van Jezus Christus.
-Handelingen 10:47,48 –

Let op: niet Cornelius en de zijnen krijgen de opdracht om gedoopt te worden, maar de Petrus’ Joodse metgezellen krijgen de opdracht om hen te dopenDe doop volgde als teken voor het Joodse volk. Het was een bewijs van erkenning dat ook zij erbij hoorden. Het is precies in deze lijn dat Paulus aan het slot van Handelingen zegt:

Het zij u dan bekend, dat dit heil Gods aan de heidenen gezonden is; die zullen ook horen.
-Handelingen 28:28-

Gedurende het boek Handelingen was de boodschap gericht tot Israël, en werd onderstreept met zichtbare tekenen, zoals wonderen, spreken in vreemde talen, maar ook waterdoop. Maar met Handelingen 28 valt voor Israël het doek. Het Evangelie gaat voort – maar zonder Israël, en zonder zichtbare tekenen.

de ene doop

In Paulus’ brieven aan de ekklesia uit de natiën vinden we dan ook nergens een oproep tot waterdoop. Ook niet tijdens zijn Handelingen-bediening. Hij schrijft:

Christus heeft mij niet gezonden om te dopen, maar om het evangelie te verkondigen.
-1 Korinthe 1:17-

Dat betekent niet dat er geen doop is – integendeel! Er is vandaag één doop die werkelijk telt (Ef.4:5):

Want in één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt.
-1 Korinthe 12:13-

Deze doop in Christus is een geestelijke werkelijkheid. Geen ceremonie, geen water, geen mensenhand. Waterdoop behoort tot de zichtbare eredienst aan Israël gegeven. Zij was gegeven als teken en voorbereiding binnen een aards volk met een aardse bestemming. Maar wie vandaag deel heeft aan het lichaam van Christus, is gedoopt in één Geest, tot één lichaam. Niet een ritueel, maar een levende realiteit. Dat is genoeg. Meer dan genoeg.

Delen: