vreemde timing? Over Openb.5:13
02-03-2016 - Geplaatst door Andre PietIn Openbaring 5 lezen we de volgende lofzang:
12 zeggende met luider stem:
Het Lam, dat geslacht is, is waardig te ontvangen
de macht en de rijkdom, en de wijsheid en de sterkte,
en de eer en de heerlijkheid en de lof.
13 En alle schepsel in de hemel en op de aarde
en onder de aarde en op de zee
en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen:
Hem, die op de troon gezeten is,
en het Lam zij de lof en de eer
en de heerlijkheid en de kracht…
De lofzang is indrukwekkend… maar in deze setting wekt ze verbazing. Want we zijn hier aan het begin van de Troon-sessie, waarin de oordelen en gerichten van God over deze wereld nog moeten losbreken. Hoe is het dan mogelijk dat alle schepsel, “in de hemel en op de aarde en onder de aarde en op de zee” God en het Lam hier al de eer geven? Zijn we hier niet in een stadium waarbij Gods schepselen nog lang niet tot deze lofzang bereid zijn? En als zij die lofzang hier al opzenden tot God, waarom zouden Gods gerichten de aarde dan nog moeten treffen?
Het beste en m.i. enig adequate antwoord dat ik op deze vraag ken, is dat de gangbare interpunctie (=zins-indeling) van deze passage een aanpassing vraagt. U moet weten dat de grondtekst geen punten en komma’s kent, zodat de zins-indeling niet altijd op voorhand vast staat. Het vers kan ook zo gelezen worden dat de zin in vers 12 doorloopt tot aan “en alles wat daarin is”. De nieuwe zin vangt dan aan met “en ik hoorde zeggen…” Dus zo:
12 zeggende met luider stem:
“Het Lam, dat geslacht is,
is waardig te ontvangen
de macht en de rijkdom,
en de wijsheid en de sterkte,
en de eer en de heerlijkheid en de lof
13 en alle schepsel in de hemel en op de aarde
en onder de aarde en op de zee
en alles wat daarin is.”
En ik hoorde zeggen:
Hem, die op de troon gezeten is,
en het Lam zij de lof en de eer
en de heerlijkheid en de kracht
tot in de aeonen der aeonen.
In deze lezing zijn “alle schepsel” niet zelf aan het woord maar maken ze deel uit van wat aan het Lam toegeschreven wordt. En omdat alles aan het Lam toebehoort, is Hij ook waardig op te treden ten behoeve van heel de schepping. Het is de oude Syrische versie van het Nieuwe Testament (de Peshitta) die de tekst leest op de wijze zoals hier wordt voorgesteld.
Met deze weergave van Openbaring 5:13 wordt de boodschap wezenlijk anders dan wat naar voren gebracht wordt in Filip.2:9-11. In dat gedeelte wordt aangekondigd dat elke tong van “hemelsen, aardsen en onderaardsen”, zal belijden dat Jezus Christus Heer is, tot eer van God de Vader. Het verschil is dat Openb.5:13 gaat over de aanvang van de heerschappij van Christus, vóór het aanbreken van de (overtreffende) aeonen der aeonen. Filp.2:19-11 daarentegen gaat over het einde van Jezus Christus’ heerschappij. Wanneer de dood als laatste vijand zal zijn teniet gedaan en allen zullen zijn levend gemaakt. Wanneer God zal worden “alles in allen” (1Kor.15:22-28). Dan zal er daadwerkelijk een universele lofzang uit de mond van ieder creatuur klinken. Van binnenuit en van niemand uitgezonderd.
Reageer op Facebook