van die dag weet niemand
27-04-2019 - Geplaatst door Andre Pietaftellen
Matteüs 24 wordt wel genoemd ‘de tweede bergrede’. Op de Olijfberg gezeten, met uitzicht op de gebouwen van de tempel en de stad Jeruzalem, spreekt Jezus uitvoerig over “de voleinding van de aioon” en “het teken van Zijn komst” (Mat.24:3). Daarbij uitdrukkelijk voortbordurend op wat reeds in profeten stond opgetekend.
Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting, waarvan door de profeet Daniël gesproken is, op de heilige plaats ziet staan – wie het leest, geve er acht op– laten dan wie in Judea zijn, vluchten naar de bergen.
Matteüs 24:15,16
In dit geval refereert Jezus aan Daniël 12:11 waar we lezen dat de dagelijkse offerdienst zal worden gestaakt en vervangen zal worden door een gruwel oftewel een afgodsbeeld. Het zal de inleiding zijn tot een grote verdrukking in Israël gedurende 1260 dagen (Mat.24:21; Openb.11:2,3). Daarna zal de Zoon des Mensen (=de Ben Adam) verschijnen en “alle stammen van het land” zullen hem zien waarna Hij de rest van het uitverkoren volk van de vier windstreken zal verzamelen (Mat.24:29-31). Dit is het herstel van Israël. Het moet duidelijk zijn dat deze komst met precisie door de Joodse gelovigen in die dagen kan worden berekend. Een kwestie van 1260 dagen aftellen nadat het afgodsbeeld op de heilige plaats is neergezet.
De vraag dringt zich op, waarop Jezus dan doelt wanneer hij in dit zelfde hoofdstuk zegt:
Doch van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, ook de Zoon niet, maar de Vader alleen.
Matteüs 24:36
Over welke dag heeft Jezus het hier? Kennelijk niet over Zijn verschijning aan Israël want die dag kan exact berekend worden. Maar welke dan wel? Het antwoord is gelegen in de voorgaande verzen.
32 Leert dan van de vijgeboom deze les: Wanneer zijn hout reeds week wordt en de bladeren doet uitspruiten, weet gij daaraan, dat de zomer nabij is. 33 Zo moet ook gij, wanneer gij dit alles ziet, weten, dat het nabij is, voor de deur. 34 Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, voordat dit alles geschiedt. 35 De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
36 Doch van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, ook de Zoon niet, maar de Vader alleen.
Matteüs 24
de zomer
Nadat Jezus gesproken heeft over Zijn verschijning aan Israël en de verzameling van het uitverkoren volk naar het land, vergelijkt Hij deze gebeurtenissen met het uitspruiten van een vijgeboom in de lente. De vijgeboom is een embleem van Israël als natie en het uitspruiten van de bladeren verwijst in dit verband naar het nieuwe leven dat de natie ten deel zal vallen. Israëls herstel en de terugkeer van de Messias wordt geïllustreerd in het uitbotten van de vijgeboom. Welnu, wanneer men dit zal zien, dán kan men weten dat de zomer nabij is. De zomer verwijst hier naar het aanbreken van het Koninkrijk wereldwijd. Binnen één generatie zal dit zich voltrekken, aldus Jezus. Maar, voegt Hij er aan toe: van die dag en van die ure weet niemand. Men weet dat de zomer zal aanbreken binnen één generatie, maar hoelang die tijd precies zal duren is onbekend. “Die dag” heeft betrekking op het aanbreken van “de zomer” oftewel “de voleinding der aioon”. Het zal de dag zijn waarop wereldwijd de bozen zullen worden weggenomen.
36 Doch van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, ook de Zoon niet, maar de Vader alleen. 37 WANT zoals het was in de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. 38 Want zoals zij in [die] dagen vóór de zondvloed waren, etende en drinkende, huwende en ten huwelijk gevende, tot op de dag, waarop Noach in de ark ging, 39 en zij niets bemerkten, eer de zondvloed kwam en hen allen wegnam, ZO zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.
Matteüs 24
parousia, komst, aanwezigheid
Het woord ‘komst’ kan aanleiding tot verwarring geven. Het Griekse woord ‘parousia’ duidt niet slechts op één moment van aankomst maar eveneens op het navolgende verblijf. ‘Presentie’ of aanwezigheid’ is de betekenis. De parousia van Christus is niet één moment maar omvat een reeks van gebeurtenissen vanaf het tijdstip van zijn arriveren.
de voleinding van de aioon
“De voleinding van de aioon” (gewoonlijk weergegeven met ‘de voleinding der wereld‘, maar ten onrechte) is het moment dat alle bozen van de aarde zullen worden weggenomen, zoals dit ooit gebeurde op de dag dat Noach de ark binnenging. Ook elders spreekt Jezus op deze wijze over de”voleinding der aioon”.
40 Zoals nu het onkruid verzameld wordt en met vuur verbrand, zo zal het gaan bij de voleinding der aioon. 41 De Zoon des mensen zal zijn engelen uitzenden en zij zullen uit zijn Koninkrijk verzamelen al wat tot zonde verleidt en hen, die de ongerechtigheid bedrijven, 42 en zij zullen hen in de vurige oven werpen; daar zal het geween zijn en het tandengeknars. 43 Dan zullen de rechtvaardigen stralen als de zon in het Koninkrijk huns Vaders. Wie oren heeft, die hore!
Matteüs 13; zie ook vers 49,50.
Bij “de voleinding der aioon” zullen de bozen worden weggenomen terwijl de rechtvaardigen op aarde achterblijven om het Koninkrijk te beërven. Daar verwijst Jezus naar als Hij spreekt van “die dag”. Hij vervolgt in Matteüs 24 met:
40 Dan zullen er twee in het veld zijn, één zal genomen worden en één gelaten worden; 41 twee vrouwen zullen aan het malen zijn met de molen, één zal genomen worden, en één gelaten worden. 42 Waakt dan, want gij weet niet, op welke dag uw Here komt.
De weergave ‘aangenomen’ en ‘achtergelaten’ zoals we dit aantreffen in de meeste vertalingen, geven helaas een totaal verkeerde indruk. Het woord ‘genomen’ vat men positief op (aangenomen) en ‘gelaten’ daarentegen wordt negatief geïnterpreteerd (achtergelaten). Maar het idee in deze passage is juist precies omgekeerd. De één wordt weggenomen door het oordeel, terwijl de ander juist met rust gelaten wordt om op aarde het Koninkrijk van gerechtigheid en vrede mee te maken. Zo immers, ging het ook de dagen van Noach!
samengevat
“De dag” die “niemand weet” dan de Vader alleen, betreft “de voleinding van de aioon” (> de zomer). Het is de dag waarop alle goddelozen van de aarde zullen worden verwijderd, en “de toekomende aioon” wordt ingeluid. Die dag moet uitdrukkelijk onderscheiden worden van Christus’ wederkomst voor Israël eerder, wanneer de vijgenboom begint uit te botten. Beide gebeurtenissen zullen binnen één generatie plaatsvinden.