uitredding vanuit de komende toorn
24-02-2017 - Geplaatst door Andre PietEn op te wachten de Zoon van Hem, vanuit de hemelen, die Hij opwekte vanuit de doden, Jezus die ons uitredt vanuit de komende toorn.
Van de Thessalonikers die kort tevoren het Evangelie hadden leren kennen, schrijft Paulus hier dat ze de Zoon van God vanuit de hemelen opwachtten. Hij zal bij die gelegenheid de gelovigen uitredden vanuit de komende toorn. Juist om die laatste zinsnede gaat het me in deze blog. Daarbij komen twee vragen aan de orde. Eén: wat is “de komende toorn”. Twee: wat betekent het dat Jezus ons daaruit zal uitredden?
Gods toorn?
De eerste vraag is dus: wat is hier “de komende toorn”? Gewoonlijk denkt men daarbij aan de toorn van God die bij de wederkomst van Christus op de Olijfberg, geopenbaard zal worden over deze wereld. Dat is “de dag van toorn” (Openb.6:17) die zal beginnen wanneer Christus zal verschijnen na de grote verdrukking en als de zon en maan verduisterd zullen worden. Matteus 24:29 zegt dat dit zal zijn “na de verdrukking” terwijl Openbaring 6 leert dat dan “de dag van toorn” begint.
de toorn van Gods tegenstander?
Maar er is m.i. een veel betere uitleg die in een heel andere richting wijst. In Openbaring 12 lezen we van de geboorte van een zoon en diens wegrukking (12:5). Een gebeurtenis die plaatsvindt onder de acute dreiging van de draak die het kind beoogt te verslinden. Na de geboorte en onmiddellijke wegrukking van de baby, vlucht de moeder naar de woestijn waar zij een veilig onderkomen vindt gedurende 1260 dagen. De draak die ondertussen op aarde is geworpen heeft het in toorn en grimmigheid nu gemunt op de vrouw. Het is in deze periode van 1260 dagen dat de toorn gevoeld zal worden van de draak (lees: satan c.s.) die op de aarde zal zijn geworpen.
Met deze beschrijving zijn we diep in de details verzeild geraakt van de gebeurtenissen in de eindtijd. De vraag nu is: verwachtten de Thessalonikers uitgered te worden uit “de dag van Gods toorn” of vanuit de toorn van satan die op de aarde wordt geworpen? Wanneer de wegrukking van de mannelijke zoon, dezelfde is als de wegrukking waarover Paulus spreekt in 1Thessalonika 4 (zoals ik elders betoogd heb), dan kan het niet missen dat “de komende toorn” betrekking heeft op de toorn van Gods tegenstander. Want de dag van Gods toorn, zal pas drie en half jaar later losbarsten.
vanuit de toorn die komt
De uitredding vanuit de komende toorn, bepaalt ons bij acute noodzaak. Zoals het woord ‘wegrukking’ (Gr. harpazo) ook de gedachte oproept van onmiddellijke urgentie en een abrupt ingrijpen. Oudere bijbelvertalingen (die gebaseerd zijn op de Textus Receptus) lezen hier trouwens niet ‘vanuit’ (Gr. ek) maar ‘vanaf’ (Gr.apo). Vermoedelijk ten onrechte, want de grote oude handschriften vermelden unaniem ‘vanuit’ (Gr. ek).
Let er ten slotte op dat het geen uitredding is vanuit de toorn, maar vanuit de komende toorn. d.w.z. vanuit de toorn die er aankomt, wordt men gered. Men bevindt zich dus in de sfeer van acute dreiging. Zoals de zoon verslonden zou worden, direct na de geboorte (Openb.12:4) en daarom plotseling en op het nippertje wordt geëvacueerd “tot God en zijn troon”. Onder zulke omstandigheden zal de wegrukking plaatsvinden.