Romeinen 8:17 – lotbezitters van God
13-05-2021 - Geplaatst door Andre PietIndien nu kinderen, dan ook lotbezitters. Lotbezitters van God, samen-lotbezitters van Christus…
Kinderen worden geboren, zonen worden gesteld. Vanaf de zoonstelling wordt het kind bevoegd en geschikt bevonden om partner te worden in de bezittingen van vader. Dat is wat een “lotbezitter” (of “lotdeelbezitter”) is. In de gangbare vertalingen worden ze “erfgenamen” genoemd, maar dat wekt ten onrechte de gedachte dat er eerst sprake zou moeten zijn van overlijden. In het Griekse grondwoord ligt het idee van lot besloten. Een ‘erfdeel’ is eigenlijk een lotsdeel. Dat kan dus letterlijk via loting vergeven worden (zie Hand.13:19) maar de toepassing is breder en kan betrekking hebben op alles wat iemand ten deel valt. Dat kan een erfenis zijn, maar het begrip is ruimer. Wanneer Paulus schrijft: “lotbezitters van God”, dan is het duidelijk dat het vertaalwoord ‘erfgenaam’ niet erg gelukkig is. Uiteraard zijn wij geen nabestaanden van God.
Wat God doet, is zonen stellen. Om te beginnen de Zoon die “de eerstgeborene onder vele broeders” is (8:29). Hij werd als eerste opgewekt uit de doden en als ook “de verlossing van ons lichaam” plaatsvindt, worden we allen “lotbezitters van God” en “samen-lotbezitters van Christus”. Heel Gods schepping zal deze zonen ten deel vallen!