Kolosse 2:6 – wandelt in Hem

Zoals jullie dan Christus Jezus, de Heer ontvingen, wandelt in Hem…

Paulus herinnert de Kolossers aan de dag dat zij het Evangelie van Epafras vernamen (1:5) en “de genade van God in waarheid beseften” (1:6). Tot die tijd waren zij vervreemd en vijandig gezind (1:21), maar het Goede Bericht veranderde hen van binnenuit. Wat Paulus naar voren brengt is dat zoals ze ooit in genade Christus Jezus de Heer ontvingen, zij vervolgens ook in Hem zouden wandelen. Aangezien de Kolossers om niet, zonder voorwaarden of verdiensten gelovig waren geworden, zouden ze ook zo, om niet en zonder voorwaarden of verdiensten, in Hem wandelen.

Paulus’ aansporing laat zich verstaan tegen de achtergrond van de leringen die de Kolossers bedreigden. Predikers wilden hen wijsmaken dat nu de Kolossers gelovig waren geworden, zij daar niet bij zouden blijven maar zich verder zouden ontwikkelen met aanvullende filosofieën en tradities (2:8). Dat hele idee echter, staat haaks op de boodschap die ze hadden ontvangen! Ze hadden immers vernomen en beaamd dat “Christus Jezus, de Heer” genoeg is en zij in Hem ook compleet zijn. “Christus Jezus, de Heer” is opgewekt uit de doden en verheven boven alle overheid en autoriteit (2:10). In Hem is alles van de aanvang af overvloedig aanwezig. Vandaar dus: wandelt in Hem!

Delen: