Kolosse 1:7 – Epafras onze geliefde medeslaaf

… vanaf de dag dat jullie het hoorden en de genade van God in waarheid beseften, 7 zoals jullie leerden van Epafras, onze geliefde medeslaaf, die voor jullie een getrouw dienaar van de Christus is…

Het “zoals jullie leerden” verwijst naar “het woord van de waarheid”, “het Evangelie” dat overal vrucht draagt oftewel naar “de genade van God”. De Kolossers hadden hierover geleerd van hun plaatsgenoot Epafras, een naam die behalve hier ook nog aan het einde van deze brief wordt genoemd (4:12). En ook nog één keer in de brief aan Filémon (:23) die trouwens ook tot de Kolossers behoorde.

Paulus en Timotheüs hadden Epafras zeer hoog staan en noemen hem “onze geliefde medeslaaf”. Wij kunnen het ons misschien moeilijk voorstellen, maar ‘slaaf-zijn’ heeft in het Bijbels taalgebruik wel degelijk ook een positieve betekenis. Met ere noemt Paulus zich vaker “slaaf van Christus” (Rom.1:1) en anderen “medeslaven” (Kol.4:7). De eer van die positie is gelegen in het feit dat men daarmee het volledige eigendom is van Christus. Geheel voor Zijn rekening maar ook honderd procent ten dienste van Hem. Epafras was “een getrouw dienaar van de Christus” en heeft dus ook slechts Zijn woord doorgegeven. Evenals Paulus heeft hij zichzelf volstrekt ondergeschikt gemaakt aan zijn Heer. Daarom droeg het woord dat hij bracht vrucht!

Delen: