Galaten 4:15 – wat scheelde er aan Paulus’ ogen?
05-08-2022 - Geplaatst door Andre PietWaar is dan jullie geluk? Want ik getuig van jullie, dat jullie, indien mogelijk, je ogen uitrukten en ze aan mij hadden gegeven.
Dankbaar denkt de apostel terug aan de wijze waarop de Galaten hem ooit hebben ontvangen. Ondanks zijn “zwakheid van het vlees” (lees: ziekte of kwaal), op grond waarvan men hem ook gemakkelijk had kunnen afwijzen(4:14). Maar integendeel, men ontving hem als “boodschapper van God, als Christus Jezus”. Hun liefde voor Paulus ging zelfs zover, dat als het mogelijk was geweest, zij hun eigen ogen hadden uitgerukt en deze aan hem hadden gegeven. Dit wijst er sterk op dat de kwaal waaraan Paulus leed, van doen had met zijn ogen. Want waarom zouden de Galaten anders hun ogen aan hem hebben willen geven?
Aan het eind van deze brief (6:11) vinden we opnieuw een opmerking die in deze richting wijst. Paulus dicteerde zijn brieven (Rom.16:22; 1Kor.16:21)) maar sloot elke brief consequent af met een eigenhandige groet (2Thes.3:17). Dat geldt ook voor de Galaten-brief waarbij hij vermeldt: “Let op, met hoe grote letters ik jullie schrijf”. Hoezo “grote letters”? Was hij soms bijziend? En zo ja, waarom dan? Zou het misschien herinneren aan het letterlijk oogverblindende licht dat aan hem verscheen op de weg naar Damascus (Hand.9:8; 22:11)?