1Korinthe 7:22 – slaaf of vrije?
30-04-2019 - Geplaatst door Andre PietWant de slaaf die in de Heer geroepen wordt is een vrijgelatene van de Heer. Evenzo is hij die als vrije geroepen wordt, een slaaf van Christus.
Een slaaf had geen maatschappelijk aanzien. Je was het bezit van een ander. Een lijfeigene. Toch relativeert Paulus dit en zet het af tegen de vrijheid waarin iemand komt, zodra hij geroepen wordt in de Heer. Al is hij slaaf, in geestelijk opzicht is hij vrij! Want hij kent hoop, vrede en vreugde! Echte vrijheid zit van binnen.
Omgekeerd is een ‘vrije’, d.w.z. iemand die niet in een slavenpositie verkeert, zodra hij wordt geroepen in de Heer, een “slaaf van Christus”. Paulus stelt zich vaak zo voor in zijn brieven (Rom.1:1; Tit.1:1). Zeggen dat Christus je Heer is, is niet anders dan te zeggen: ik ben niet van mezelf maar zijn eigendom! Hij heeft alles over mij te zeggen en ik ben ook volledig voor zijn rekening.
Wat maakt het uit voor wie geroepen is in de Heer, of hij een slaaf of een vrije is? Hoe relatief is dat! Voor wie geroepen is, is in elke maatschappelijke status eer gelegen. Want de roeping waarmee Hij ons roept, dát geeft waardigheid aan ons bestaan!