recht zoeken bij de overheid?
30-01-2016 - Geplaatst door Andre PietVan een bezoekster van de GoedBericht-site ontving ik de volgende vraag:
Shalom André,N.a.v. de Bijbelstudie “Mij komt de wraak toe” kwam bij mij de volgende vraag op: sta je op die manier niet altijd als gelovige met de rug tegen de muur?Ik zit hier nl. zelf mee omdat ik een conflict heb met een van mijn buren over een gemeenschappelijk onderdeel van ons appartementencomplex waar hij een zakelijk recht op wil vestigen. Moet je in conflict gevallen altijd instemmen met wat de tegenpartij wil?Ja ik weet, er moet niets, maar dit plaatst mij toch voor een dilemma.Ik heb er veel over nagedacht maar kom er niet uit, zou je mij een Bijbels antwoord kunnen geven?Verder wil ik je bedanken voor het inzicht wat je van DE GOD gekregen hebt en de geweldige studies die ik via internet volg.Hartelijke groet ….
In de studie waarnaar de briefschrijfster verwijst besprak ik Paulus’ woorden in Romeinen 12, waar gelovigen worden opgeroepen zichzelf niet te wreken maar onrecht dat hen overkomt over te geven aan GOD die op zijn tijd zal vergelden en alles recht zal zetten.
Romeinen 12 en 13
De oproep echter in Romeinen 12 om zichzelf niet te wreken wordt niet alleen gemotiveerd in dat hoofdstuk maar ook in het navolgende hoofdstuk 13. Bedenk daarbij dat de brief een eenheid vormt, en dat de veel latere hoofdstuk- en vers-indeling slechts bedoeld is voor lezersgemak en niet om de ene passage te scheiden van de andere. In Romeinen 13 betoogt Paulus dat elke overheid in dienst staat van GOD “als toornende wreekster voor hem die het kwaad bedrijft” (13:4). Wreken betekent: recht verschaffen. Deze woorden richt Paulus niet aan de overheid om haar te vertellen wat ze zou moeten doen, nee hij schrijft dit aan (gelovige) onderdanen om aan te geven wat de overheid naar haar aard is. Behalve dat GOD in de toekomst elk kwaad zal wreken (=recht verschaffen), is er ook nu van Godswege een instantie met deze taak belast. Dit staat geheel los van de vraag of de overheid deze taak goed uitoefent, want dat is geen zaak waar onderdanen over gaan. De overheid is immers geen verantwoording schuldig aan haar onderdanen (hoe ondemocratisch dat ook moge klinken) maar slechts aan de GOD in wiens dienst zij staat.
twee opties
Het bovenstaande betekent dat wanneer ik in aanraking kom met onrecht, er voor mij twee opties openstaan. Of ik schakel de overheid in om mij recht te verschaffen of ik geef het over aan GOD die t.Z.t. alles recht zal zetten. Tegen veel onrecht kan de overheid niet optreden omdat het buiten het terrein van haar bevoegdheid ligt, b.v. onrecht dat plaatsvindt in de privé-sfeer. Er bestaat ook onrecht waarbij de overheid niet op wil treden, omdat het zelf daarin voorop loopt, b.v. in het onderdrukken van minderheidsgroepen zoals gelovigen. In dat geval zullen gelovigen geduld moeten hebben en het overgeven aan Hem die alles op zijn tijd recht zal doen, recht zal zetten en terecht zal brengen.
Paulus stond op zijn recht
Maar het is dus zeker niet verwerpelijk om in eerste instantie recht te zoeken bij de overheid. Daarvoor is ze immers juist ingesteld! Paulus zelf deed dit ook meer dan eens. In Handelingen 16:35-39 lezen we dat officieren in Filippi aan Paulus de boodschap zonden om de stad snel te verlaten. Maar Paulus weigert dat beslist omdat hem als Romeins burger grof onrecht was aangedaan, aangezien hij zonder vorm van proces in het openbaar was gegeseld en gevangen gezet. Daarom eiste Paulus publieke vrijgeleide. En met succes werd hem dit recht als Romeins burger ook toegekend.
In Handelingen 25 lezen we dat Paulus van Joodse zijde werd beschuldigd van een halsmisdaad. Maar omdat Paulus van mening was dat dit geheel ten onrechte was, beriep hij zich hij zich (ook hier met succes) op de keizer.
geen eigen rechter
In beide gevallen wreekte Paulus niet zichzelf. Hij speelde niet voor eigen rechter. Hij zocht recht bij de instantie die van Godswege boven hem stond en hem ook daadwerkelijk recht kon verschaffen. De enige situatie waarin Paulus uitdrukkelijk aanraadt daarvan af te zien is wanneer het een conflict betreft tussen gelovigen onderling (1Kor.6:1-8). In dat geval adviseert hij een wijze broeder te zoeken om te bemiddelen of zelfs eventueel het geleden onrecht voor lief te nemen. Dat laatste verdient altijd nog de voorkeur (aldus Paulus) boven de blamage van twistende broeders die hun zaak willen beslechten bij een ongelovige rechter.
Reageer op Facebook