4. de doop van Johannes; Handelingen 1 (o.a.)
Vlak voorafgaand aan Jezus’ hemelvaart lezen we in het begin van het boek ‘Handelingen’ het volgende:
4 En terwijl Hij met hen aanzat, gebood Hij hun Jeruzalem niet te verlaten, maar te blijven wachten op de belofte van de Vader, die gij zeide Hij van Mij gehoord hebt. 5 Want Johannes doopte met water, maar gij zult in heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na deze.
-Handelingen 1-
De waterdoop is van oudsher een bekend gegeven in het Jodendom (zie 1). Maar karakteristiek daarin is dat men zichzelf doopt, wat bekend staat als de mikwah. Het bijzondere waarmee Johannes kwam was dat hij anderen in water doopte. Dat was tot dusver onbekend. En vandaar dat hij “de Doper” werd genoemd. Tot zes keer aan toen lezen we in het NT dat Johannes met zijn doop in water vooruit wees naar de Degene die na hem zou komen en die niet zou zou dopen in water maar in Geest.
Ik doop u met water tot bezinning, maar Hij, die na mij komt, is sterker dan ik; ik ben niet waardig Hem zijn schoenen na te dragen; die zal u dopen met de heilige Geest en met vuur.
-Mattteüs 3:11-
Deze boodschap wordt in elk van de evangelieën benadrukt ( Mar.1:8; Luc.3:16; Joh.1:33) . Waarmee gezegd is dat de doop van Johannes een doop in water is, terwijl de doop van Christus een doop in Geest is. Nog anders gezegd: de christelijke doop is geen waterdoop, maar een geestelijke doop!