“… hem werd een kroon gegeven”

Op zijn eretour door het Midden- en Verre Oosten vond woensdag 29 oktober in Zuid-Korea een opmerkelijke ceremonie plaats. Tijdens een officieel staatsbezoek ontving Donald Trump uit handen van de Zuid-Koreaanse president een replica van een gouden koningskroon, tentoongesteld op koninklijke wijze in een vitrine bekleed met rood fluweel. Buiten riepen demonstranten “No kings!”, maar juist dát onderstreepte wat zich binnen voltrok: Trump werd niet ontvangen als een gewone politieke leider, maar als iemand met vorstelijke status.

Deze gebeurtenis staat niet op zichzelf. In Saoedi-Arabië werd Trump eerder al ontvangen in het koninklijk paleis met eerbewijzen die normaliter uitsluitend vorsten ten deel vallen. In Israël wordt hij gezien in het licht van de Bijbelse koning Kores, de Perzische vorst die door God werd ingezet om een nieuw tijdperk in te luiden. Ook in Europa, Latijns-Amerika en vooral in het Midden-Oosten wordt Trump gehuldigd met staatsceremonieën, onderscheidingen en militaire saluutschoten die typerend zijn voor koninklijke waardigheid.

Opvallend is dat deze verering zich niet beperkt tot de politieke arena. In religieuze kringen krijgt Trump eveneens koninklijke eerbetuigingen: zo ontving hij vorig jaar in New Jersey van orthodox-joodse leiders een zilveren Torah-kroon, een symbool van geestelijk en messiaans gezag, als erkenning voor zijn inzet voor Israël. Zijn invloed reikt daarbij verder dan een ambt of functie: het is zijn persoon die wordt geëerd en gevreesd – een teken van persoonlijk gezag, kenmerkend voor koningschap. Zelfs zijn felste tegenstanders bevestigen dit beeld wanneer zij hem beschuldigen van “monarchale neigingen” of waarschuwen tegen een “koning in Amerika”. Hun protesttaal verraadt dat zij hem zien als een figuur die uitstijgt boven het gewone politieke toneel en verschijnt als vorst.

Wereldwijd wordt dus niet een ambtsdrager verheerlijkt, maar een man als vorst geëerd. Herinnert dit niet opvallend aan de profetische beschrijving in Openbaring 6:2 over de ruiter op het witte paard?

“…hem werd een kroon gegeven.”

Delen: