het woord van verzoening
05-05-2022 - Geplaatst door Andre Pietlaatst gewijzigd: 28 november 2024
Het begrip ‘verzoening’ is in onze Nederlandse bijbelvertalingen nogal complex. Dat komt omdat het de vertaling is van twee totaal verschillende Griekse woorden. In de eerste plaats is daar het Griekse werkwoord KAT ALLASSO dat doelt op het herstel van een relatie waarbij vijandschap en vervreemding veranderen in vrede. Bijvoorbeeld in 1Kor.7:11 waar Paulus schrijft over een gescheiden vrouw: “laat haar ongehuwd blijven of verzoend worden met de man…”. Dit is ook de primaire betekenis van ‘verzoenen’ in ons gangbare spraakgebruik.
verzoenen of bedekken?
Daarnaast kennen we het woord ‘verzoenen’ in de meer godsdienstige betekenis van het woord, dat dan de vertaling is van het Griekse werkwoord HILASKOMAI dat ‘gunstig stemmen’ betekent. In de LXX (= de Septuagint, d.w.z. de Griekse vertaling van het Oude Testament) is dit woord de vertaling het Hebreeuwse werkwoord KAPHAR (> JOM KIPOER) dat bedekkken of beschutten betekent. De eerste keer dat dit woord in de Bijbel voorkomt is in Genesis 6:14 waar gezegd wordt tot Noach dat hij de ark met pek zou besmeren. KAPHAR is bovenal het woord dat standaard wordt gebruikt i.v.m. de offerdienst. Voorwerpen, materialen, mensen maar ook zonden, worden met bloed bedekt (Lev.17:11).
Overigens, de link tussen ‘gunstig stemmen’ en ‘bedekken’ is minder vergezocht dan we misschien zouden denken. Want bedoelen ook wij niet ‘gunstig te stemmen’ wanneer we dingen aankleden (bedekken) of beschilderen (denk ook aan make up)?
niet door elkaar gooien
Het moet ondertussen duidelijk zijn dat de twee genoemde begrippen enorm van elkaar verschillen. Labelen we aan deze uiteenlopende begrippen één vertaalwoord dan staat dat garant voor verwarring. Ik pleit er daarom voor om HILASKOMAI/ KAPHAR weer te geven met ‘bedekken’ of ‘beschutten’ en het woord KAT ALLASSO te reserveren voor ‘verzoenen’. Want wat God in zijn Woord scheidt zouden wij niet samenvoegen…
Ik wil me in deze blog verder beperken tot het eigenlijke woord voor ‘verzoenen’. We vinden dit begrip uitsluitend bij de apostel Paulus, en wel in de volgende Schriftplaatsen:
- KATTALAGÈ (zelfst.nw. > verzoening): Rom.5:11
- KATALLASSO: (werkwoord > verzoenen) 1Kor.7:11; Rom.5:10; 2Kor.5:18,19,20
- APO-KATALLASSO (dit een versterkte vorm van KATALLASSO, dit is ‘afdoende verzoenen’, verticaal en horizontaal, d.w.z. naar God toe maar ook onderling): Ef.2:16; Kol.1:20,22
Hieronder vijf vitale Bijbelse feiten over verzoenen op een rijtje.
#1. Niet God verzoent Zich met de wereld, maar Hij verzoent de wereld tot Zich.
Alles echter is uit God, die ons tot zichzelf verzoent door Christus, en aan ons de bediening van de verzoening geeft, hoe dat God, in Christus de wereld met zich verzoenende was, hen de misstappen niet toerekenende…
-2Korinthe 5:18,19-
Nergens in de Schrift vinden we grond voor het idee dat God vijandig zou zijn zodat Hij zich eerst met ons zou moeten verzoenen. Niet de Schepper maar zijn schepselen zijn vijandig en vervreemd. God heeft zijn schepping lief en het is zijn eer om zijn eigen schepselen tot Zich te verzoenen.
#2. Verzoening vond niet plaats aan het kruis maar vindt plaats door het kruis.
Want indien wij, toen wij vijanden waren, verzoend werden met God, door de dood van zijn Zoon…
-Romeinen 5:10-
… het al tot Zich te verzoenen, vredemakend door het bloed van zijn kruis, door hem…
-Kolosse 1-
Vanuit de traditionele gedachte dat God verzoend en tevreden gesteld moest worden, ontstond het idee dat God Jezus aan het kruis plaatsvervangend zou hebben gestraft. Daarmee zou Gods toorn aan het kruis zijn gestild. Maar hoe wijdverbreid deze gedachte ook is (‘verzoening door voldoening’), nergens in de Schrift lezen we dat God op het kruis zijn Zoon strafte of over Hem toornde.
God werd niet verzoend aan het kruis, maar Hij verzoent ons door het kruis en door de dood van zijn Zoon. Het kruis bewijst namelijk zijn grenzeloze liefde: zelfs al slaat de wereld zijn Zoon aan het kruis, dan nog is zijn liefde voor de wereld onverminderd. Hij rekent hen ook deze misstappen niet toe (2Kor.5:19). En zo, door het kruis doet God onze vijandschap ‘smelten’ en maakt Hij vrede.
#3. Verzoend-zijn betekent niet: je zonden zijn vergeven, maar: je bent geen vijand meer.
Want indien wij, toen wij vijanden waren, verzoend werden met God, door de dood van zijn Zoon…
-Romeinen 5:10-
Ook jullie, die eens vervreemd waren en vijanden in het denken, in de boosaardige werken, verzoent Hij nu afdoende…
-Kol.1:21-
Iemand die verzoend is, is niet langer vervreemd of vijandig. Verzoening is geen administratieve handeling waarbij God een streep haalt door onze schuld. Dat is vergeving. Verzoening betekent dat ikzelf word veranderd: ik ben niet langer een vijand!
#4. De verzoening is niet eerder compleet dan wanneer elke vijand een liefhebber is geworden.
… en door hem afdoende, HET AL tot Zich te verzoenen, vredemakend door het bloed van zijn kruis, door hem, hetzij wat op de aarde, hetzij wat in de hemelen is. Ook jullie, die eens vervreemd waren en vijanden in het denken, in de boosaardige werken, verzoent Hij nu afdoende…
-Kol.1:20,21-
Verzoening vindt plaats (zoals we al zagen), waar vijandschap verandert in vrede. Gelovigen zijn zij die dat nu reeds dankbaar ondergaan. Maar deze verzoening gaat door totdat “het al” (Gr. ta panta) is verzoend. Pas wanneer alle vijanden (“hetzij op de aarde, hetzij in de hemelen”) tot liefhebbers van God zijn gemaakt, is de verzoening compleet en totaal.
#5. Het woord van de verzoening” is de proclamatie dat GOD de wereld tot Zich verzoent. HIJ maakt vijanden tot liefhebbers.
Want indien wij, toen wij vijanden waren, verzoend werden met God, door de dood van zijn Zoon…
-Romeinen 5:10-
Alles echter is uit GOD, die ons tot zichzelf verzoent door Christus, en aan ons de bediening van de verzoening geeft…
-2Kor.5:18-
Het is GOD die vijanden tot Zich verzoent door hen tot liefhebbers van Hemzelf te maken. Dat is de clou van “de bediening van verzoening”: “alles is uit GOD” – Hij verandert vijanden in liefhebbers. Vijandschap is geen verhindering om verzoend te worden maar juist een voorwaarde! Want wie niet vervreemd of vijandig is kan ook onmogelijk worden verzoend. Vijandschap en vervreemding zijn ons aandeel. Verzoenen, dat is wat God doet. Hij alleen!
NIET “laat u verzoenen”, maar “wordt verzoend!”
Maar is de verkondiging volgens Paulus in 2Kor.5:20 dan niet, dat de mens zich moet laten verzoenen? En veronderstelt die formulering niet de mogelijkheid dat de mens de verzoening kan weigeren?
Inderdaad, de weergave van “laat u verzoenen” impliceert dat verzoend worden een keuze van de mens is. Maar we stelden reeds vast dat God het is die ons verzoent. We worden verzoend. Dat doen we niet, maar dat ondergaan we. En ook in 2Korinthe 5:20 is de vervoeging van ‘verzoenen’ passief. Vandaar dat de vertaling “laat u verzoenen” beslist onjuist is, aangezien dit een activiteit van de mens vereist.
Maar is het dan niet zo dat het Griekse woord in de gebiedende wijs (imperatief) staat? En betekent dit niet dat er toch iets van de mens wordt verwacht? Het antwoord daarop is: nee en ter illustratie van deze werkwoordsvorm (imperatief en passief) geef ik een aantal voorbeelden vanuit de evangelieën.
- In Matteüs 8:3 zegt Jezus tegen een melaatse man: “wordt gereinigd!“. En terstond werd hij rein van zijn melaatsheid.
- In Marcus 7:34 zegt Jezus tegen een dove man: “Effatha, dat is wordt geopend!“. En zijn oren werden geopend.
- In Lucas 7:14 zegt Jezus tegen de gestorven jongeling te Naïn: “wordt gewekt!”. En de jongeling ging overeind zitten.
In al deze gevallen gebied Jezus zijn woord, zonder ook maar iets van degene die aangesproken wordt te verwachten. Van hen kon trouwens ook niets worden verwacht. Hoe zou men van een dove kunnen verwachten dat deze luistert? Of van een dode dat hij gevolg geeft aan hetgeen tegen hem gezegd wordt? Dat Jezus hen gebood betekende dan ook niet dat Hij hun medewerking vroeg, integendeel! Hij gebood omdat zijn woord hoe dan ook gerealiseerd zou worden. Hij sprak immers de woorden Gods. En als God spreekt, dan is het er, en wanneer Hij gebied dan staat het er (Ps.33:9).
Welnu, op dezelfde wijze is de oproep “wordt verzoend!” in 2Korinthe 5:20 geen opdracht, en zelfs geen vraag of uitnodiging. Het is een aanzegging! Heel de wereld en elk creatuur dat vervreemd of vijandig is, wordt verzoend. Dat staat absoluut vast en de uitkomst is volstrekt onafhankelijk van de mening of een bijdrage van de mens. Het is een Goddelijk commando! Zoals God ooit gebood “er zij licht!”, zo gebiedt Christus nu aan een ieder: jullie worden verzoend! Ziedaar “het woord van de verzoening”!