een juk dat rust geeft
03-09-2025 - Geplaatst door Andre PietKom tot Mij, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven. Neemt mijn juk op u en leert van Mij… want mijn juk is zacht en mijn last is licht.
-Matteüs 11:28-30-
geen opdracht, maar een belofte
Wat bedoelde Jezus toen Hij sprak over een juk en een last – en daarbij juist rust beloofde? Een juk associeer je met arbeid. En een last klinkt allesbehalve licht. Toch klinken deze woorden uit Jezus’ mond als een uitnodiging: tot rust. En niet als een opdracht, maar als een garantie: “Ik zal u rust geven.”
Deze uitspraak staat aan het einde van een bijzonder gedeelte in Matteüs 11. Jezus heeft net de steden van Galilea berispt – Kapernaüm, Betsaïda, Chorazin – waar Hij had gepredikt en vele wonderen gedaan, maar waar men Hem desondanks verwierp. Juist in die context heft Hij zijn stem op tot de Vader:
Ik juich U toe, Vader, Heer van hemel en aarde, dat U deze dingen verborgen hebt voor wijzen en verstandigen en ze hebt geopenbaard aan onmondigen.
-Matteüs 11:25-
Jezus spreekt over een diepe waarheid: inzicht is geen mensenwerk. Niet de geleerden en godsdienstige leiders, maar juist de kleinen – de onmondigen – ontvingen het. Wie zichzelf als wijs beschouwt, zal het vaak niet zien. Maar wie eenvoudig is als een kind, krijgt het geopenbaard. Want “niemand kent de Zoon dan de Vader, en niemand kent de Vader dan de Zoon en hij aan wie de Zoon het wil openbaren.” (vers 27)
zwoegen en belasten
Daarop volgt dan de uitnodiging:
Kom tot Mij, allen die zwoegen en belast zijn, en Ik zal u rust geven.
Zwoegen – dat is meer dan moe zijn. Het is afzien. Worstelen. Je afmatten om te voldoen. En belast – dat betekent: een last dragen die je eigenlijk niet kunt tillen. Denk aan religieuze verplichtingen, morele eisen, opgelegde geboden en verboden. En vooral: schuld. Schuldgevoel als mechanisme om mensen gebonden te houden. Daarvan zegt Jezus: kom tot Mij.
De Heer sprak deze woorden te midden van het religieuze Jodendom van zijn dagen, waar de wet en de tradities het volk een ondraaglijke druk oplegden. Maar dezelfde zwoeglast is vandaag nog herkenbaar. In religie. In onze maatschappij. En in ons eigen denken. Het idee dat je móet – dat het van jouw inspanning afhangt. Terwijl het je juist uitput.
Jezus zegt niet: “Doe dit, dan geef Ik je rust.” Hij zegt: “Kom tot Mij.” De rust is niet het resultaat van menselijke inspanning, maar van geloof. Vertrouwen. Hij geeft het.
zijn juk – niet het onze
Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen.
Wat is dat voor juk, dat Hij ons op het hart bindt? Het is niet een nieuw werk. Niet een aangepaste last. Het is Zijn juk – het werk dat Hij doet. Het is geen juk dat Hij óns oplegt, maar een juk dat Hij Zelf draagt. Hij trekt. Wij rusten.
“Leert van Mij,” zegt Hij. En dan niet in de zin van een leerstelsel, maar: kijk naar Mij. Hoe Hij leeft in vertrouwen. Hoe Hij zijn Vader looft, ook als mensen Hem verwerpen. Hoe Hij zich onderwerpt aan de Vader, zonder klagen. Zachtmoedig. Bescheiden. Niet omdat Hij zwak is, maar omdat Hij weet: mijn Vader beheerst hemel en aarde. In dát besef ligt rust.
gij zult rust vinden
En gij zult rust vinden voor uw zielen.
Dat klinkt als een opdracht – maar is het niet. “Gij zult” is geen gebod, maar een belofte. Zoals God ooit tegen Abraham zei: “Gij zult een vader van vele volken zijn” – terwijl hij oud en kinderloos was. Zo belooft Hij ook rust aan wie tot Hem komt. Rust voor de ziel. Geen verplichting. Geen druk. Geen wet op wet, eis op eis. Maar rust (vergl. Jes.28:12,13).
God belooft – en wat Hij belooft, zal Hij doen. Belofte maakt schuld. Niet bij óns, maar bij Hem. Als Hij zegt: “Ik zal u rust geven”, dan ligt de last bij Hem. En dat is precies de kern van het evangelie: Hij doet het. Niet wij.
mijn last is licht
Want mijn juk is zacht, en mijn last is licht.
Zijn juk is zacht. Het Griekse woord betekent: geschikt, passend. Het is geen onmogelijke last. Geen religieuze ballast. Maar een rustgevend matras, geen steen. Zoals de verlamde man in Johannes 5, die 38 jaar lang op een matrasje lag – totdat Jezus hem zei: “Sta op, neem uw matras op en wandel.” Dat matras, ooit een uitbeelding van zijn onvermogen, werd nu het symbool van rust. En hij wandelde – op de sabbat!
Zo draagt ook de gelovige het matras van rust mee. Niet als een last, maar als een getuigenis: ik leef niet meer uit eigen kracht. Ik wandel in rust. Zijn rust.
rust in het nieuwe verbond
Dit is de essentie van het nieuwe verbond. Niet: gij zult niet…, maar: Ik zal… Zeven keer klinkt dat in Jeremia 31. God belooft, en Hij doet. De wet wordt niet meer van buitenaf opgelegd, maar van binnenuit geschreven. Niet wij, maar Hij. Niet proberen, maar vertrouwen. Niet gebukt, maar vrij.
Het evangelie is geen wet. Het is een bericht. Een mededeling van wat God doet. En als je dat gelooft, valt de last van je af. Je hoeft niets meer. En juist dan kan je leven. Ademhalen. Opstaan. Wandelen. Niet in angst of inspanning, maar in rust. In Zijn werk.