“de berg Sinai in Arabie”
16-12-2006 - Geplaatst door Andre PietWoensdag j.l. een zeer boeiende Bijbelstudie bijgewoond over de locatie van de berg Horeb. Traditioneel wordt deze aangewezen in het zuidpunt van het schiereiland tussen Israël en Egypte. Deze traditie gaat terug op de moeder van keizer Constantijn (Helena), die in een visioen gezien zou hebben dat “de berg Gods” daar moest liggen…
Er lijken echter doorslaggevende redenen om deze traditionele locatie af te wijzen en Horeb te plaatsen in Saoedi-Arabië, ten oosten van de Golf van Eilat.
reden #1
Volgens de Schrift ligt “de berg Gods” in het gebied van Midian.
Mozes nu was gewoon de kudde van zijn schoonvader Jetro, de priester van Midjan, te hoeden. Eens, toen hij de kudde naar de overkant van de woestijn geleid had, kwam hij bij de berg Gods, Horeb.
Exodus 3:1
En waar ligt Midian? Antwoord: ten oosten van de Golf van Eilat. Raadpleeg een willekeurige Bijbelkaart, en u zult het zien. De eerste vermelding van Midian in de Bijbel is al veelzeggend, want daar lezen we dat Midian één van de zonen van Abraham en Ketura was, en deze nog tijdens Abraham’s leven, oostwaarts werd weggezonden (Genesis 25:6).
reden #2
Paulus spreekt van “de berg Sinai in Arabie” (Galaten 4:25).
reden #3
Als het land Gosen ten noord-oosten van de rivier de Nijl lag (zoals algemeen aangenomen), dan was er voor het volk Israël op weg naar Horeb, geen enkele reden om de Rode Zee te passeren.
reden #4
De oostelijke grens van Egypte is “de beek van Egypte” (Jozua 15:4), dat is de tegenwoordige wadi El Arisj (ten westen van de Gaza-strook). Dat betekent dat wat tegenwoordig de Sinaï-woestijn heet, binnen het toenmalig Egyptisch grondgebied gelegen was. De Farao had daar trouwens ook militaire wachtposten gestationeerd en hij deed daar ook aan mijnbouw. De traditioneel aangewezen berg lag dus binnen de grenzen van Egypte, terwijl de berg Horeb volgens de Schrift uitdrukkelijk buiten Egypte lag.
reden #5
De Rode Zee is volgens de Schrift, de Golf van Eilat (1Koningen 9:26). Zodat Israël vanuit Egypte en via de Rode Zee, noodzakelijkerwijs in Arabië terecht kwam.
Toen het volk Israël het gebied van Gosen verliet, is men in allerijl, de wolk volgend, richting de Golf van Eilat vertrokken. Dag en nacht reisde men (Exodus 13:21) en men heeft gedurende vermoedelijk zo’n ruim twee weken, slechts drie pleisterplaatsen aangedaan (Num.33:5-8).
Later wil ik nog eens ingaan op de plaats waar Israël door de Rode Zee trok. En op ontdekkingen als van Elim, de gespleten rots, het altaar met twaalf opgerichtte stenen, de verschroeide top van de berg Horeb, de spelonk in deze berg, enz.