onzinnig verzet tegen alverzoening
02-08-2016 - Geplaatst door Andre PietIk kreeg een artikel opgestuurd waarin met vette letters stond geschreven: “de alverzoening is een gigantische dwaling!” Om me in deze blog te beperken tot wat de schrijver specifiek daarover zegt, citeer ik:
In Kolossenzen 1:19 en 20 lezen we een tekst die die door de alverzoeners als één van de allerbelangrijkste teksten wordt gezien. Daar staat: “Want het heeft de Vader behaagd dat in Hem heel de volheid wonen zou, en dat Hij door Hem alle dingen met Zichzelf verzoenen zou, door vrede te maken door het bloed van Zijn kruis, door Hem, zowel de dingen die op de aarde zijn als de dingen die in de hemelen zijn“. De alverzoening zegt dan: ‘Hier staat toch zwart op wit dat tenslotte alles en iedereen met Christus verzoend wordt’! Maar dat is niet waar, want als je de woorden van Paulus een stukje doorleest, dan zie je dat deze verzoening van alle dingen voor ons mensen gekoppeld is aan de voorwaarde dat je hier en nu moet geloven, want vers 23 zegt ons: “als u tenminste in het geloof blijft, gefundeerd en vast, en u niet laat afbrengen van de hoop van het Evangelie, dat u gehoord hebt…” Ook in andere verzen zie je dat Paulus zelf ook geloofde in een blijvende verlorenheid van degene die Christus afwijzen.
Een paar kanttekeningen.
Kolosse 1:20 is inderdaad een belangrijk vers waar het gaat om alverzoening aangezien aan dit vers het begrip ‘alverzoening’ is ontléénd. Het is dit vers dat inderdaad zwart op wit verklaart dat God, door het bloed van het kruis, het al met Zich verzoent. Waarbij de enig handelende Persoon God Zelf is: Hij verzoent het al met Zich. M.a.w. Hij (alleen) is de Alverzoener.
In het Grieks staat er: apokatalaxai ta panta, hetgeen letterlijk ‘verzoening van het al’ betekent. Wie dus alverzoening een gigantische dwaling noemt, verklaart daarmee Paulus tot een gigantische dwaalleraar.
In Kolosse 1:20 is geen sprake van de verzoening van alle dingen. ‘Dingen’ kunnen namelijk niet verzoend worden omdat dingen niet vijandig of vervreemd kunnen zijn. Verzoening vindt plaats tussen wezens (op de aarde of in de hemel; 1:20) die vijandig of vervreemd zijn t.o.v. God en elkaar, zoals Kolosse 1:21 laat zien. Vandaar dat vijandschap en vervreemding geen hindernissen zijn om verzoend te worden maar juist de enige voorwaarde. Om te genezen dient men eerst ziek te zijn, en om verzoend te worden moet men eerst vijandig of vervreemd te zijn.
Kolosse 1:20 zegt dat God door het bloed van het kruis HET AL met Zich verzoent. Kolosse 1:21 spreekt over degenen die NU reeds verzoend zijn. Dat betekent dat het proces van verzoening nog gaande is. Zolang er op aarde of in de hemel vijandige of vervreemde schepselen zijn, zolang is de verzoening van het al nog niet gerealiseerd.
En dan ten slotte het argument van de schrijver waarom alverzoening niet “het al” zou betreffen, maar “gekoppeld is aan de voorwaarde dat je hier en nu moet geloven”:
… want vers 23 zegt ons: “als u tenminste in het geloof blijft, gefundeerd en vast, en u niet laat afbrengen van de hoop van het Evangelie, dat u gehoord hebt…”
Dit is niet alleen een non-argument, het keert zich als een boemerang tegen de schrijver zelf. De Kolossers wordt op het hart gebonden te blijven in het geloof en “de hoop van het Evangelie”. Wat die hoop is had Paulus juist in Kolosse 1:20 gezegd, nl. dat God door het bloed van het kruis het al, iedereen met Zich verzoent. Dát is de hoop van het Evangelie! Wie zich daarvan laat afbrengen is niet standvastig gebleven in het geloof en de hoop van het Evangelie. Om maar te zwijgen van het orthodoxe christendom dat deze hoop reeds vanaf de vierde eeuw pertinent ontkent en het een “gigantische dwaling” noemt. Kolosse 1:23 is van toepassing op het christendom dat zich heeft laten afbrengen van “de hoop van het Evangelie”. En daarmee een hopeloos evangelie overhield dat dus geen evangelie is.
Over gigantische dwaling gesproken!