GoedBericht.nl wijst op de ene GOD die alles beschikt en bij wie nooit iets mis gaat. Zij wijst op Jezus Christus als Redder der wereld. Jazeker, van alle mensen! Omdat GOD nooit laat varen de werken van zijn handen.
Uitgangspunt is de Bijbelse boodschap zoals Paulus deze als “apostel en leermeester van de natiën” heeft mogen bekendmaken. GoedBericht wil uitsluitend wijzen op wat “er staat geschreven”. Want “de Schrift” bewijst én verklaart zichzelf.
16-04-2024 Lees verder
Wim Janse, de man achter de website Het Beste Nieuws is maandag 4 maart j.l. overleden.
06-03-2024 Lees verder
Jazeker, er staat weer een GB-weekend in Maarn gepland. Van vrijdag 7 t/m zondag 9 juni (DV).
12-02-2024 Lees verder
De theoloog Ouweneel doet moeite om de zonde uit te sluiten van Gods raad. Maar tevergeefs...
10-02-2024 Lees verder
Is afstamming bepalend om tot een volk te worden gerekend? Het antwoord is: ja en nee...
01-02-2024 Lees verder
Een derde AI-audio studie is toegevoegd. Binnenkort wordt dit een nieuw item in de menubalk.
22-01-2024 Lees verder
21-04-2024 Lees verder
14-04-2024 Lees verder
07-04-2024 Lees verder
07-04-2024 Lees verder
31-03-2024 Lees verder
24-03-2024 Lees verder
Leg niemand vlug de handen op. Heb ook geen deel aan zonden van anderen, bewaar jezelf zuiver.
Wanneer we nadenken over de betekenis van handoplegging dienen we ook te bedenken dat het om een bekend Joods gebruik ging. In Hebreeën 6 worden de lezers herinnerd aan het fundament van onderwijs dat zij reeds kenden vanuit hun Joodse achtergrond. De schrijver wijst o.a. op waarheden als bekering, geloof in God, dodenopstanding en eeuw-ig (aeonisch) oordeel, maar ook “op een leer van dopen en van oplegging van handen” (Hebr.6:2). Joden waren vanuit de Tenach (ons ‘Oude Testament’) vertrouwd met “een leer van dopen” dat wil zeggen: met rituele reinigingen in tal van omstandigheden. Vandaar dat synagogen van oudsher vaak voorzien zijn van een bad waar men zich kan dopen (mikwah).
Maar behalve dat de Hebreeën vertrouwd waren met een “leer van dopen”, kenden ze dus ook een “leer van oplegging van handen”. Met name in verband met de offerdienst is daarvan vaak sprake (Lev.1:4; 3:2,8,13, enz.). Door handoplegging maakte de offeraar zich één met het offerdier. Maar ook bij andere gelegenheden werden de Israëlieten opgedragen de handen op te leggen (Num.8:10). Vanuit die achtergrond begrijpen we hoe zowel Paulus als Timotheüs vertrouwd waren met dit gebruik (4:14). Niets nieuws en zeker ook geen wet.