GoedBericht.nl logo
English Blog

waarom niet aan het hele volk verschenen?

11-12-2013 - Geplaatst door Andre Piet

images_12

In de vorige blog liet ik zien dat alle feiten m.b.t. het lege graf van Jezus in één richting wijzen: Jezus is daadwerkelijk op de derde dag opgestaan en heeft zich bij vele gelegenheden in levende lijve aan (in totaal) meer dan vijfhonderd personen vertoond. Uit het feit dat velen van hen bereid waren voor dit getuigenis te sterven, kunnen we niet anders dan concluderen dat zij de waarheid spraken.

De vraag dringt zich nu op: waarom heeft Jezus zich niet aan heel het volk vertoond? Zou het ongeloof, zoals Tomas dat aanvankelijke ook had (Joh.20:24-29), niet in één keer hebben plaatsgemaakt voor erkenning? Van de joodse geleerde Pinchas Lapide (†1997) kwam ik het volgende citaat tegen:

Wanneer de opstanding van Jezus uit de dood op die bewuste paaszondag een openlijk gebeuren was geweest, dat niet slechts door 530 joden -volgens mijn berekening- kon worden meegemaakt, maar door wel 530.000 joden kon worden beleefd (ongeveer het toenmalige inwonertal van Jeruzalem plus de stroom pelgrims voor het pascha), dan zou het tot een impasse in de heilsgeschiedenis zijn gekomen. Weet u wat er dan gebeurd zou zijn? Ik kan mij maar één ding voorstellen: Heel Jeruzalem zou in Jezus zijn gaan geloven. Want vergeet u alstublieft niet dat Messias een Hebreeuws begrip is, dat ‘messianitis’ een joodse ziekte was en is, namelijk de bijna koortsachtige verwachting van de Verlosser en dat geen land ter wereld en geen stad onder de zon zo vurig uitzag naar de Verlosser als het Jeruzalem in de tijd van Jezus.
Uit: De HERE uw God is één (pag. 51), Pinchas Lapide & Jürgen Moltmann

Wat Lapide hier naar voren brengt is volkomen Bijbels gedacht. Want Jezus Christus zal in de toekomst aan het joodse volk verschijnen en dan zullen ze ook daadwerkelijk tot erkenning komen (Mat.24:30; Openb.1:7). Maar waarom in het verleden dan aan ‘slechts’ ruim vijfhonderd personen verschenen? Petrus zegt in het huis van Cornelius daarover het volgende:

40 Hem heeft God ten derden dage opgewekt en heeft gegeven, dat Hij verscheen, 41 NIET AAN HET GEHELE VOLK, DOCH AAN DE GETUIGEN, die door God tevoren gekozen waren, aan ons, die met Hem gegeten en gedronken hebben, nadat Hij uit de doden was opgestaan; 42 en Hij heeft ons geboden HET VOLK TE PREDIKEN  en te betuigen, dat Hij het is…
-Handelingen 10-

God heeft gegeven, zegt Petrus dat Jezus Christus niet aan het hele volk maar alleen aan de tevoren gekozen getuigen verscheen. Opdat deze getuigen het vervolgens aan het volk zouden prediken (lett. herauten). Maar vanwaar die omweg? Waarom niet rechtstreeks verschenen aan het volk? Was de ongelovige reactie van het Joodse volk niet voorspelbaar? Waren per slot van rekening de getuigen zelf ook aanvankelijk niet ongelovig (Luc.24:25)? Moest Jezus zich aan hen ook niet eerst zintuiglijk bewijzen, alvorens ze overstag gingen?

Het antwoord op deze vragen komen we op het spoor in de brieven van Paulus. In de Romeinen-brief lezen we dat het heil voor Israël inderdaad via een omweg tot hen zou komen (Rom.11:11-15). Dat was geen misser maar stond (verborgen) in het script. Want eerst zou het heil Gods bij de natiën terechtkomen (Hand.28:28). Hoe? Via Israëls ongeloof. Het grote joodse ‘nee’ in de dagen van het boek ‘Handelingen’ was een noodzakelijk onderdeel in Gods voornemen.

Tomas aan wie Jezus een week na zijn opstanding verscheen, is een type van het joodse volk dat eerst wil zien alvorens te geloven. Ook het joodse volk zal op deze wijze tot erkenning komen. Eveneens na een ‘week’, nl. de laatste jaarweek waarvan Daniël spreekt (Dan.9:24-27). Nadat Tomas verbijsterd had uitgeroepen: “mijn Heer en mijn God”, zei Jezus tegen hem:

Omdat gij Mij gezien hebt, hebt gij geloofd? ZALIG ZIJ DIE NIET GEZIEN HEBBEN EN TOCH GELOVEN.
-Johannes 20:29-

Deze zaligspreking geldt degenen die vandaag, gedurende “de verborgenheid” geloven. Niet zien maar geloven in wat de ooggetuigen destijds hebben geheraut en in al wat “er staat geschreven”! Vandaar ook dat we direct daarop volgend lezen:

30 Jezus heeft nog wel vele andere tekenen voor de ogen zijner discipelen gedaan, die niet beschreven zijn in dit boek, 31 maar DEZE ZIJN GESCHREVEN, OPDAT GIJ GELOOFT, dat Jezus is de Christus, de Zoon van God, en opdat gij, gelovende, het leven hebt in zijn naam.

Reageer op Facebook

Delen: