GoedBericht.nl logo
English Blog

van boven af bezien

18-01-2004 - Geplaatst door Andre Piet

Op het forum schreef iemand, n.a.v. mijn weblog 31 december:

“Als ik dit zo lees, dan schijnt u, bijbels gezien, volkomen gelijk te hebben. Maar toch ‘mis’ ik er iets in, wat moeilijk is te omschrijven. Hoe ziet u bijvoorbeeld de eigen verantwoordelijkheid van de mens, die er in de bijbel toch ook ‘dik bovenop ligt’? Hoe kan God ons bijvoorbeeld voor een keuze stellen, als Hij toch uiteindelijk zelf bepaalt, wat de mens zal kiezen?”

We kunnen het menselijk handelen van twee heel verschillende standpunten bekijken. De eerste benadering is die vanuit het menselijk standpunt. God draagt de mens iets op en de mens wordt geacht daarnaar te luisteren. Toen God tegen Farao zei: “laat Mijn volk gaan”, wist deze wat hem te doen stond. Toen Farao dit niet deed, trof God hem met sancties. Allemaal heel overzichtelijk en begrijpelijk.

We kunnen het hele tafereel ook van bovenaf bekijken. Dat levert een totaal ander perspectief op. Dan stellen we vast dat God achter de schermen het hele scenario bepaalde, inclusief de daden van de ’tegenspelers’. God beoogde Zijn kracht ten toon te stellen en daartoe was een gewillige Farao niet bruikbaar. Dus wat deed God toen Farao dreigde te bezwijken onder de druk? God verharde (Hebreeuws: versterkte) Farao’s hart, zodat deze bleef weigeren om het volk Israël te laten gaan.

Het eerste standpunt bepaald ons bij Gods wil.
Het tweede standpunt bij Gods bedoeling (of intentie).
Het eerste was en public bekend.
Het tweede was geheim en verborgen.
In het eerste gezichtspunt is God één van de hoofdrolspelers.
In het tweede gezichtspunt is God Scriptschrijver en Regisseur die alle rollen in het ‘spel’ toebedeelt.
Het eerste is het drama vanaf de tribune.
Het tweede is hetzelfde drama, maar dan vanachter de coulissen.

De vraag is niet welk gezichtspunt Bijbels is – ze zijn het namelijk beide. Wél is het zo dat het tweede gezichtspunt (dus dat vanachter de coulissen) slechts bestemd is voor intimi. Gods geheime bedoelingen gingen een ongehoorzame Farao helemaal niets aan. Afgezien van het feit hij er ook niets van begrepen zou hebben. En zelfs het volk Israël was hiervan niet op de hoogte. Alleen Mozes kende als vriend (Exodus 33:11) Gods geheimen.

“Hij maakte Mozes zijn WEGEN bekend,
de kinderen Israels zijn DADEN.”
Psalm 103:7

Israël werd tezamen met het volk van Egypte geconfronteerd met de manifeste daden van God. Geen twijfel over mogelijk. Maar Mozes was één van de weinigen die meer mocht zien. Hij ontving inzicht in de diverse routen die God ging. Dat gaat veel verder. Het grote geheim van Gods ‘verborgen agenda’, zoals Paulus dit ontvouwt in Romeinen 9 is niet bestemd voor mensen die God niet de eer willen geven. Zij vinden zichzelf (en hun keuzen) te belangrijk, en dat blokkeert hen om God als GOD te verheerlijken en te danken. Zij gruwen van het idee dat God alle touwtjes in handen heeft, omdat ze dan niets meer hebben om zich op te beroemen. Bovendien kan men de aanwezigheid van het kwaad in de wereld niet rijmen met Gods liefde. Het is pure kortzichtigheid en ongeloof want we hebben de verzekering dat het pas rijmt aan het eind. Pas toen Jozefs broers in Egypte waren en hun lessen ook geleerd hadden, vernamen ze van hun broer dat niet zij maar God hem naar Egypte had gezonden.

“Daarom heeft God mij voor u uit gezonden om u een voortbestaan te verzekeren op aarde, en om voor u een groot aantal geredden in het leven te behouden. Dus zijt gij het niet, die mij hierheen gezonden hebt, maar God…”
Genesis 45:7,8

De broers hadden hun verantwoordelijkheid. Zolang ze daarvan niet waren doordrongen, ging het geheim van Gods raad hen niets aan. Maar Jozef wist altijd al, als een ware liefhebber van God, dat God het hele script reeds tevoren had geschreven. Wat een enorm voorrecht om dat te weten en in die wetenschap óók het kwade uit Gods hand te kunnen aannemen (Job 2:10)!

Gods verborgen omgang vinden
Zielen, waar Zijn vrees in woont.
’t Heilgeheim wordt aan Zijn vrinden,
Naar Zijn vreeverbond, getoond.

(Psalm 25:7 berijmd)

Delen: