GoedBericht.nl logo
English Blog

maakt God testamenten?

12-02-2014 - Geplaatst door Andre Piet

images_18

God leren we in de Schrift kennen als de God van verbonden. Hij sloot een verbond met Noach en zijn nageslacht en gaf als teken de regenboog (Gen.8 en 9). Eeuwen later sloot Hij een verbond met Abraham en diens nageslacht en gaf als teken daarvan de besnijdenis (Gen.15 en 17). Deze verbonden werden bekrachtigd middels het slachten van offerdieren. Het verbond met Abraham kenmerkte zich door eenzijdige verplichtingen: contractueel verklaarde God zijn belofte onvoorwaardelijk te vervullen. Vierhonderddertig jaar later sloot God een verbond bij de berg Sinaï, dit keer weer wel onder voorwaarden. Het heet “het oude verbond” (2Kor.3:14; Hebr.8:13) waarmee is gezegd dat het t.Z.t. plaats zou maken voor een nieuw verbond, dat zoveel beter zou zijn (Hebr.8:6) omdat dit verbond (evenals het verbond met Abraham) geen voorwaarden voor de mens kent.

Het Hebreeuwse woord voor verbond is ‘brith’ en in het het Griekse deel van de Bijbel wordt dit weergegeven met ‘diathèkè’. Een verbond is een contract waarin beide partijen iets overeenkomen. Helaas wordt in veel Bijbelvertalingen dit woord weergegeven met testament. Ten onrechte, want een testament is geen verbond maar een laatste (eenzijdige) wilsbeschikking. Dat maakt meteen al duidelijk dat het woord testament niet deugt: God is immers de onvergankelijke God en hoeft daarom geen testamenten op te maken.

Maar hoe komt men dan aan het woord testament? Dat is gebaseerd op een kwalijke weergave van Hebreeën 9:15-17. Ik citeer uit NBG51:

15 En daarom is Hij (=Christus) de middelaar van een nieuw verbond, opdat, nu Hij de dood had ondergaan, om te bevrijden van de overtredingen onder het eerste verbond, de geroepenen de belofte der eeuwige erfenis ontvangen zouden. 16 Want waar een testament is, moet noodzakelijk van de dood van de erflater melding gemaakt worden; 17 een testament toch wordt alleen van kracht, indien er iemand gestorven is, daar het nog geen gevolg heeft, zolang de erflater leeft.

Waarom is bovenstaande weergave kwalijk? Omdat het Griekse woord ‘diathèkè’ in vers 15 twee keer (terecht!) wordt weergegeven met verbond maar in vers 16 en 17 wordt hetzelfde woord vervolgens met testament weergegeven. Dat is inconsistent. Het is gebasserd op een groot misverstand rond het woord erflater of testamentmaker (St.Vert.). In het Griekse staat hier een woord (diatithemai) dat is afgeleid van verbond: het duidt op degene die het verbond maakt. En inderdaad: een testament wordt pas van kracht als de testamentmaker of erflater sterft. Maar volgen we deze redenering, dan moeten we concluderen dat de verbonden met Noach, Abraham of Mozes nooit van kracht zijn geweest omdat God bij geen van deze gelegenheden stierf…

Het misverstand in deze redenering is dat de verbondmaker zou verwijzen naar één van beide partijen in het verbond. Dat is niet zo: de verbondmaker is hier het offer dat het verbond ratificeert (bekrachtigt). De navolgende verzen in Hebreeën maken dit zonneklaar.

18 DAAROM is ook het eerste verbond niet zonder bloed ingewijd. 19 Want nadat door Mozes elk gebod volgens de wet aan al het volk was medegedeeld, nam hij het bloed der kalveren en der bokken met water, scharlaken wol en hysop en besprengde het boek zelf en al het volk, 20 zeggende: Dit is het bloed van het verbond, dat God u heeft voorgeschreven.

De verbondmaker verwijst naar het offerdier dat geslacht werd. Met dit in gedachten zijn we nu in staat de vertaling van Hebreeën 9:15-17 probleemloos te corrigeren en lezen we:

15 En daarom is Hij (=Christus) de middelaar van een nieuw verbond, opdat, nu Hij de dood had ondergaan, om te bevrijden van de overtredingen onder het eerste verbond, de geroepenen de belofte der eeuwige erfenis (lett. aeonisch lotsdeel) ontvangen zouden. 16 Want waar een verbond is, moet noodzakelijk van de dood van de verbondmaker melding gemaakt worden; 17 een verbond toch wordt alleen van kracht, indien er iemand gestorven is, daar het nog geen gevolg heeft, zolang de verbondmaker leeft.

Het gaat in Hebreeën 9 dus niet over testamenten maar over verbonden én over offers die deze verbonden bekrachtigen!

Reageer op Facebook

Delen: