GoedBericht.nl logo
English Blog

hoezo zondigt satan?

02-02-2006 - Geplaatst door Andre Piet

Vandaag legde iemand me per mail een vraag voor n.a.v. iets wat ik eerder deze week schreef. “De duivel zondigt (=mist doel) vanaf den beginne”, zegt de Schrift (1Joh.3:8). Maar… als God de duivel geschapen heeft om Zijn tegenstander te zijn, dan beantwoord Hij toch perfekt aan Zijn doel?

Laat ik deze vraag beantwoorden aan de hand van wat we lezen over de Farao. Bij monde van Mozes kreeg deze te horen dat hij het volk van Israël zou laten gaan. Dat was Gods woord aan het adres van Farao. En wat was Farao’s reactie? Farao luisterde niet. Toen zond God de één na de andere plaag over het land Egypte, zodat de Farao op een goed moment eindelijk onder de druk dreigde te bezwijken. En wat lezen we dan in de Hebreeuwse tekst? “… de HEERE versterkte het hart van Farao” (Ex.9:12). Uitgerekend op het moment dat de plagen ‘succes’ kregen, zorgde God er Zelf voor dat Farao krachtig genoeg bleef, om nee te blijven zeggen. De apostel Paulus legt in het magistrale hoofdstuk 9 van de Romeinen-brief uit dat God een ‘verborgen agenda’ had. Gods wil voor Farao was duidelijk. “Let my people go”. Gods verborgen bedoeling (waar Farao geen enkel benul van had) was echter dat Farao ‘nee’ zou blijven zeggen, zodat God Zijn kracht monumentaal zou demonstreren. Zodanig, dat we het er 3500 jaar later nog over hebben. Voor het demonstreren van Zijn kracht had God een tegenstribbelende Farao nodig. En Farao kon slechts tegenstribbelen, omdat Hij bekend was gemaakt met Gods opdracht. Beantwoorde Farao nu aan Gods doel, ja of nee. Dat hangt er maar vanaf hoe je het bekijkt. Farao weerstond Gods bekendgemaakte wil. Maar tegelijkertijd vervulde Hij daarmee Gods verborgen raad (bedoeling, intentie).

Hetzelfde kan gezegd worden van satan. Hij heet ‘satan’, d.w.z. tegenstander, omdat Hij God tegenwerkt en tegenspreekt. Wie dat doet, mist per definitie doel, want slechts Gods Woord houdt stand. Maar omdat God “de verderver geschapen heeft om te vernielen” (Jesaja 54:16), beantwoordt Hij niettemin wel degelijk aan Gods verborgen raad.
Zodat er uiteindelijk dus tóch niets mis gaat.

Delen: